Olievlekken uit de tanker Prestige, die half november bij Spanje is gezonken, blijven aanspoelen op de Atlantische kust van Frankrijk. Steeds luider klinkt de kritiek dat de regering te weinig doet.

De Franse premier, Jean-Pierre Raffarin, zei zondag dat meer dan 1000 burgers en militaire vrijwilligers bij het schoonmaakwerk betrokken zijn. „We zijn er klaar voor”, aldus de premier. Maar volgens de regionale leiders moet er meer gebeuren. De televisie toonde beelden van vissers die klaagden over gebrek aan steun van de regering terwijl zij met olie doordrenkt zeewier verzamelden.

Volgens de leider van de Franse groenen, Noël Mamère, veroorzaakt de olie die uit de gezonken tanker Prestige is gelekt een „Tsjernobyl-op-zee.” „Dit soort rampen blijft niet beperkt tot een enkel land”, zei Mamère in een vraaggesprek met de krant Le Parisien.

Ongeveer 100.000 mensen zijn maandagavond in de Noord-Spaanse havenstad Vigo de straat op gegaan om te demonstreren tegen de olievervuiling veroorzaakt door de gezonken olietanker.

Uit de andere gezonken tanker, het Turkse vaartuig Vicky, zullen kleine hoeveelheden olie de Belgische en Noord-Franse kust vervuilen. De Belgische autoriteiten hebben maandag deze verwachting uitgesproken. Zij beklemtoonden dat de vervuiling gering zal zijn.

Zondagavond is begonnen met het overpompen van de dieselolie uit een beschadigde tank van het 243 meter lange schip, dat op nieuwjaarsdag in het Kanaal op het wrak van het gezonken vrachtschip Tricolor voer. Gehoopt wordt dat door het verwijderen van de olie het overhellende schip recht komt te liggen en naar een haven kan worden gesleept. De Vicky ligt ongeveer 22 kilometer uit de kust van Oostende.