Nu lijdt een op de vier Indiërs nog honger. Minstens 260 miljoen van de 1,2 miljard inwoners verdienen minder dan nodig is om te voorzien in de dagelijkse voedselbehoefte. Zij leven onder de armoedegrens, die de Indiase regering heeft gesteld op ongeveer 9,50 euro per maand voor stedelingen en 6,80 euro voor dorpsbewoners.

„Nooit eerder verkeerden we in de positie van vandaag, waarin we ons succes met de vergrote oogst kunnen gebruiken om iedereen van voedsel te voorzien. Het doel om dit in 2007 te bereiken lijkt haalbaar”, zei M. S. Swaminathan, voorzitter van een particuliere onderzoeksstichting. Het probleem is volgens hem niet de hoeveelheid voedsel, want er wordt bijvoorbeeld een overvloed aan graan in opslagplaatsen bewaard, maar dat mensen geen geld hebben om het te kopen. Indiase wetenschappers werken nog altijd aan methodes om de oogsten te vergroten en hebben de afgelopen jaren op dat gebied veel vooruitgang geboekt, maar de regering moet nu maatregelen treffen om dit voedsel bij de armen te krijgen, aldus Swaminathan.

Volgens de directeur van de door de regering gesteunde Indiase Raad voor Landbouwonderzoek produceerde India in 2002 al meer voedsel dan nodig was. Als experimenten om de overschotten als salaris te gebruiken voor landarbeiders slagen, kan het doel van „voedsel voor allen” binnen een paar jaar worden bereikt, zei Panjab Singh.