‘Voortuin’ Deventer verwatert
De uiterwaarden van de IJssel bij Deventer gaan de komende jaren fors meer water verwerken. Gemeente Deventer en provincie Overijssel presenteerden donderdag een inrichtingsplan waarbij twee geulen van enkele kilometers lengte worden gegraven. Binnen een paar jaar tijd zal de voortuin van Deventer voorgoed veranderen.
In 1995 trad de IJssel buiten zijn oevers en liep een deel van de binnenstad vol, met ondergelopen kelders, waterschade en veel overlast als gevolg. De stad, zo mooi maar tegelijk zo kwetsbaar aan de rivier gelegen, zinde op maatregelen. Door uiterwaarden op twee plekken uit te graven, één recht tegenover het hart van de stad en één meer richting Olst gelegen, moet de flessenhals in de rivier verbreed worden. „De scherpe scheiding tussen stad en onbebouwd willen we behouden”, aldus wethouder M. Swart (VVD).De maatregelen bij Deventer maken deel uit van het project ”Ruimte voor de rivier”. Waar de IJssel en andere rivieren in het verleden door menselijk handelen in een keurslijf zijn gedwongen, krijgen ze zo weer de ruimte die ze nodig hebben. De komende hoogwatergeul bij Veessen-Wapenveld zorgt al voor een iets lagere waterstand bij Deventer, maar dat is nog niet voldoende, stellen deskundigen.
Het gisteren gepresenteerde ontwerp voor twee geulen tegenover de Hanzestad kwam er met hulp van de inwoners. In 2008 konden ze kiezen uit een aantal varianten waarbij ze een voorkeur voor nieuwe natuur, recreatie of landbouw konden uitspreken. Negenhonderd mensen lieten hun keuze op een internetsite achter.
Als het Rijk in november akkoord gaat en de benodigde 90 miljoen euro beschikbaar stelt, kunnen de waterschappen aan de slag. Het werk voor gemeente en provincie zit er dan nagenoeg op. „Schoenmaker blijf bij je leest”, stelt Swart. „Waterbeheer is hun vak. Wij zijn er voor de inrichting en het overleg met de burgers.”
Behalve in het graven van nevengeulen voorzien de projecten ook in de aanleg van natuur, komen er extra recreatiemogelijkheden en wordt bekeken of het landgoed Nieuw Rande kan worden doorgetrokken in de uiterwaard, waardoor er ten noorden van de stad een natuurderij komt te staan: een landgoed aan het water. „De stichting IJssellandschap gaat daar met koeien het gebied beheren. Zo wordt met authentiek vee het gras kort gehouden”, zegt R. Mater, projectleider namens de provincie. Hij wijst in de richting waar de groene uiterwaarden tot aan de horizon reiken. „Het is zoals het vroeger ging. Het is uniek, omdat niet elders een particuliere organisatie voor langere tijd aan waterbeheer gaat doen.”
Ook bij de Worp, recht tegenover de binnenstad, keert een historisch element terug. Tot vlak na de Tweede Wereldoorlog lag hier de befaamde Schipbrug, bestaande uit drijvende pontons die bij zwaar weer en in de winter in de haven opgeborgen kon worden. Het bruggenhoofd ligt er nog en wordt onderdeel van een aanlegsteiger voor passanten en een veer.
De groene weiden langs het water, waar nu nog de stedelingen recreëren, hun hond uitlaten of in stilte een boek lezen, zullen de komende jaren deels plaats maken voor water. Mater wijst nogmaals in de verte. „Grote delen zijn eigendom van de stichting IJssellandschap, andere zijn in handen van particulieren. De eerste onteigeningsprocedures zijn gestart en we moeten nog samen met de stichting bepalen hoeveel de gronden waard zijn. Het gaat tot nu toe voorspoedig.” In 2015 moet het project voltooid zijn.