De raadsman richtte in zijn pleidooi alle pijlen op de 26-jarige moeder van het meisje, W.R. . Zij kan volgens Van der Donck liegen en manipuleren en heeft daarmee iedereen om de tuin geleid. Dat wordt volgens hem onderbouwd door de conclusies van een aantal deskundigen dat R. aan een gedragsstoornis lijdt.

J. heeft vlak na zijn aanhouding bekentenissen afgelegd, enkel en alleen om R. en hun ongeboren kind te beschermen, aldus zijn advocaat. De vrouw is enkele maanden geleden bevallen van een dochter, die J. niet heeft mogen erkennen. J. stemde zijn verklaringen af op die van R., via de uitwisseling van bijbelteksten met daarin verborgen boodschappen, betoogde Van der Donck. J. was bang dat R. hem zou verlaten en daarom is hij haar terwille geweest met zijn verklaringen.

Volgens de raadsman is J. alleen schuldig aan het wegmaken van het lichaam van Rowena en haar incidentele opsluiting in het hondenhok, hoewel dat nooit op slot zat. Van der Donck meent dat de rechtbank J. hooguit dertien maanden celstraf kan opleggen en dat is de tijd die hij al in voorarrest heeft gezeten. Tbs met dwangverpleging is daarom ook niet op zijn plaats, meent de raadsman.

Mocht de rechter toch komen tot een bewezenverklaring, vindt Van der Donck dat de rechtbank rekening moet houden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid. „Het is zwaar om als een van de meest gehate mensen van Nederland door het leven te moeten.”