Het gezin vieren
Voor de meeste Nederlanders is het gelukkig nog de normaalste zaak van de wereld: elke dag thuiskomen in je gezin. Het gezin is je ankerpunt en je uitvalsbasis. Het geeft je kracht en inspiratie voor je dagelijkse taak. Het helpt je door moeilijke periodes heen en andersom kan het gezin op jou rekenen. Binnenkort, op 15 mei, de jaarlijkse Internationale Dag van het Gezin, gaan we het weer vieren. Nou ja, vieren?
Er zijn heel veel internationaal erkende dagen: de dag van het kind, de dag van de vluchtelingen, Wereld Aids Dag, de dag van solidariteit met het Palestijnse volk, de dag tegen verwoestijning en droogte, de dag voor coöperaties en de dag van de bergen (11 december – stond natuurlijk al in uw agenda!), om er eens een paar te noemen. Als Nederland alle internationaal erkende dagen serieus wil vieren, dan zijn we het hele jaar met feesten en vieringen bezig.Toch zou ik zeggen: de Dag van het Gezin moeten we niet overslaan. Laat die dag van de bergen dan maar een keertje zitten. Die hebben we toch niet in de Lage Landen bij de Zee.
Dit jaar is het internationale thema voor 15 mei: ”Moeders en gezinnen: uitdagingen in een veranderende wereld”. Bij dat thema is aan van alles te denken.
Wat zijn de gevolgen van de economische crisis voor de tijd die aan het gezin besteed kan worden? Zullen minder banen ertoe leiden dat meer gezinnen weer moeten draaien op basis van kostwinnerschap? Zullen moeders meer kansen krijgen zich te richten op hun gezinnen? Dat zou winst zijn.
Minister Rouvoet wierp vorig jaar op 15 mei de vraag op of de overheid voldoende ruimte biedt en voorwaarden schept voor gezinsvorming. In het verlengde daarvan ligt de vraag: krijgen vrouwen in Nederland voldoende ruimte vanuit overheid en maatschappij om moeder te zijn?
Maar de wereld is groter dan alleen ons rijke westen. Voor Nederlandse moeders is de uitdaging vaak de beste keuze te maken uit een keur van mogelijkheden. Moeders in ontwikkelingslanden moeten echter vaak onmogelijke keuzes maken om überhaupt te kunnen overleven met hun gezin. In gewapende conflicten die gezinnen uiteenrijten, tijdens epidemieën die binnen gezinnen slachtoffers maken, in situaties van honger en armoede. Hoe kunnen vrouwen in zulke situaties moeder zijn zoals ze het zo graag zouden willen? Als je niet alle hongerige monden kunt voeden, de kinderen geen veiligheid kunt verschaffen, geen geld hebt om in scholing en kleding te voorzien?
Als we op 15 mei de Dag van het Gezin vieren, kunnen we hier niet aan voorbijgaan. Het is goed dat minister Rouvoet in zijn gezinsnota aangekondigde deze dag jaarlijks te willen vieren. Maar minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking zou 15 mei ook in zijn agenda moeten boeken.
En laten ze dan gelijk 10-12 augustus 2009 noteren, wanneer al deze onderwerpen de revue passeren op het World Congress of Families in Amsterdam.
Nederland kent nog geen echte traditie van organisaties die zich puur richten op de behartiging van gezinsbelangen, anders dan bijvoorbeeld de VS, die rijk zijn aan ”pro family”-organisaties. Frappant genoeg geldt dat ook voor onze gezindte. We hebben de NPV, de RMU en de VBOK, maar geen echte belangenorganisatie voor het gezin als zodanig. Een organisatie die haar nek uitsteekt en het maatschappelijke en politieke debat probeert te beïnvloeden.
De vraag is overigens nog of dat een reformatorische organisatie zou moeten zijn, wil ze niet afgeserveerd worden als een conservatieve club die er alleen is voor de eigen groep. Er zijn plannen in de maak voor een Nederlandse stichting, over religies en stromingen heen, die een permanent platform wil vormen voor gezinsbelangen.
Hopelijk zal ook onze gezindte daaraan een stevige bijdrage leveren. Want het gezin is niet alleen iets om te vieren, maar ook iets om voor te vechten.
De auteur is coördinator beleidsbeïnvloeding bij Woord en Daad.
Reageren aan scribent?gedachtegoed@refdag.nl.