Joods museum Elburg kent goed openingsjaar
In tien maanden tijd heeft museum Sjoel Elburg 10.000 bezoekers weten te trekken. Daarmee zijn de verwachtingen nog voor het eerste openingsjaar voorbij is, ver overtroffen.
Woensdag ontving het museum zijn 10.000e bezoeker sinds de opening. „Toen we begonnen, was het lastig voorspellen hoeveel bezoekers we zouden trekken. Nederland kent slechts één ander Joods museum, maar dat heeft een andere opzet. We hebben op alle fronten een sprong in het duister gemaakt”, zei museumwoordvoerder A. van ’t Hoff woensdag.Bij de opening in juni vorig jaar werd nog verwacht dat jaarlijks 8000 belangstellenden het museum zouden aandoen.
In het museum staan verhalen over het Joodse leven in de Nederlandse provincie en specifiek in Elburg centraal. „We hebben 400 jaar Jodendom in Nederland een gezicht proberen te geven, soms zelfs letterlijk. Zo hebben we in het museum het verhaal gereconstrueerd van de Elburgse ‘Florence Nightingale’, Roosje Vecht. Ze ging na een ongelukkige liefde in de Eerste Wereldoorlog in België als verpleegster werken. Daar werd ze een van de eerste Nederlandse slachtoffers in deze oorlog.”
Volgens Van ’t Hoff is er nog voldoende capaciteit in het museum om meer mensen te ontvangen. De extra bezoeken helpen ook om fondsen te vergaren voor het in gebruik nemen van de bovenverdieping van het museum. „Daar willen we in de toekomst een studieruimte inrichten. Behalve museum willen we ook een educatief centrum zijn.”
Ook centraal in het museum staat de integratie van Joden in een christelijke gemeenschap. Deze geloofsgemeenschap wist in het overwegend reformatorische Elburg goed te integreren. Elburg kende tot de Tweede Wereldoorlog een kleine maar levendige Joodse gemeenschap. Na de oorlog keerde slechts een van hen terug naar het stadje. Het museum is gehuisvest in het gebouw waar ooit de synagoge was gevestigd.