In de praktijk zetten ze de aparte bevoegdheden pas in bij een concrete verdenking dat er een strafbaar feit is gepleegd. Dat blijkt uit woensdag gepubliceerd onderzoek in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek– en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie. Bij bijzondere opsporingsbevoegdheden gaat het om stelselmatige observatie, het opvragen van bel– of internetgegevens, het opnemen van vertrouwelijke gesprekken en het betreden van besloten plaatsen.De politie is wel positief over de ervaringen met de bevoegdheden, die sinds 2000 mogen worden gebruikt. In enkele gevallen zou het niet mogelijk zijn geweest een opsporingsonderzoek te beginnen.