„Prediking behoudt waarde in beeldcultuur”
„Het is voor predikanten een geweldige worsteling aansluiting te vinden bij de hedendaagse jongeren, die opgroeien in een beeldcultuur waarin alles flitsend moet zijn. De cultuuromslag die gaande is, gaat de kerk niet voorbij.”
Ds. H. Zweistra zei dat zaterdagavond tijdens de jaaropening van de Stichting Reformatorische Bezinningsavonden (SRB) in Capelle aan den IJssel. „Jongeren zitten verlegen om een eerlijk getuigenis, niet om een steriele, bloedloze preek”, zei de hervormde predikant uit Leerbroek. „ Niet populair doen, maar jongeren moeten wel het gevoel hebben dat de prediker dicht bij hen staat. Wat is het erg als we onbetrokken en indrukkeloos op de kansel staan. Na elke preek komt de vraag tot de prediker: Was er het besef dat we op de rand van dood en eeuwigheid staan?”
In zijn lezing ”En toch preken!” schetste ds. Zweistra het „slijtageproces” in de gereformeerde gezindte. „De secularisatie is soms zo ontmoedigend. Wat zijn we vaak zelfmiddelpuntig, zo wereldgericht en zo weinig gericht op de eeuwigheid.” Hij wees ook op de andere kant: „Er is gelukkig nog beslag onder het Woord, nog gewetensvorming. Maar wat hebben we behoefte aan leesbare brieven. Het was mij vroeger soms een raadsel dat een preek me niets deed, terwijl mijn vader onder tranen vertelde hoe God Zich aan zijn ziel had weggeschonken. Maar als ik dan uit het stadion kwam, wist ik toch dat er een volk was dat iets anders kende en dat mijn luchtkasteel geen waarde had.”
Te midden van alles wat ontmoedigt, blijft het woord van de Heere Jezus staan: „Míj is gegeven alle macht in de hemel en op aarde”, zei ds. Zweistra. „Daarom: en toch preken! Niet een praatje van twaalf minuten, omlijst door veel liturgie. In het gevlei proberen te komen bij de veranderende mens is zo’n armzalig gedoe. Gods Woord roept altijd weerstanden op en de duivel wil altijd de scherpe kantjes eraf vijlen. We moeten de boodschap echter helder en onvervalst brengen, en als een heraut de vreze des Heeren aanprijzen. Niet doceren, niet voorlezen, maar doorgeven. Daarbij is het voor predikanten een groot gevaar mensen te willen behagen. God geeft Zijn Kerk iets onafhankelijks. Als het goed is, wordt iedere preek geboren uit de omgang met God.”
„De bevindelijke prediking heeft het zwaar te verduren”, zei ds. W. Silfhout, predikant van de gereformeerde gemeente in Capelle aan den IJssel (Middelwatering). „Sommigen zeggen: Alleen Christus preken, want bevindelijke prediking zet de mens in het middelpunt. Maar dat is een karikatuur.”
Het gevaar bestaat dat de prediking niet meer is dan een eenzijdig, gemoedelijk praatje, waarbij soms dwaas vergeestelijkt wordt, aldus ds. Silfhout. „In een goede bevindelijke preek hoor je echter hoe Christus het eigendom van de zondaar wordt. Daarin staat de mens niet in het middelpunt, maar wordt Gods werk verheerlijkt.”
De Capelse predikant wees op de wortels van de bevindelijke prediking in Reformatie en Nadere Reformatie. „Hoe sprak Luther over de aanvechtingen in het geloofsleven. Ook in Calvijns werk verraadt zijn ervaring zich. Het Convent van Wezel zei méér dan dat te lange preken een walging van de maag voortbrengen. Het benadrukte ook dat predikers de ware afsterving en de levendmaking van de mensen moeten inscherpen en de verborgen geveinsdheid moeten proberen uit te schudden.
De Nadere Reformatie, beïnvloed door de levendige, krachtige prediking van de puriteinen, benadrukte het belang van een prediking waarin de schijnvrome mens wordt ontmaskerd. In bevindelijke prediking wordt de mens die is stilgezet en niet weet hoe hij van zijn zondepak verlost moet worden, bij de hand genomen. Gods kinderen, ieder in de stand van het leven, worden erdoor gevoed. Hoe wisten de oudvaders zielenraadselen te ontvouwen en daarop schriftuurlijke antwoorden te geven.”
Bevinding moet uit de tekst voortkomen en liefst door de gehele preek worden heengeweven, zei ds. Silfhout. „Als onbekeerden het oordeel wordt aangezegd en bestreden, aangevochten zielen aangesproken worden, heeft dat de meeste klem als het uit de tekst voortvloeit.”
De rechte prediking bevat een boodschap van genade, maar de boodschap van Gods toorn over zonde en onbekeerlijkheid mag niet verzwegen worden, stelde de predikant. „Er is moed voor nodig om de zonde concreet aan te wijzen. De prediking moet ook separerend zijn. In de bevindelijke prediking wordt het hart verklaard en wordt heengewezen naar Christus.”
De SRB begint het nieuwe jaar met avonden in Amersfoort (op twee locaties), Goes, Kampen/Apeldoorn en Rotterdam. De avonden in Gouda, die lange tijd een laag bezoekersaantal hadden, zijn na bijna negen jaar beëindigd. De avonden in Goes en Krabbendijke zijn nu geconcentreerd in Goes, terwijl de bijeenkomsten in Kampen nu beurtelings in Kampen en in Apeldoorn worden gehouden. De gemiddelde leeftijd van de bezoekers in Goes, die voorheen vrij hoog was, is aanzienlijk gedaald.