Nijeberkoop vangt twee leeuwen op
Het leven van een dierentuinleeuw gaat niet altijd over rozen. Nijeberkoop vangt twee verwaarloosde exemplaren uit Roemenië op. Romany en Gypsy.
Buhusi Zoo in het noordoosten van Roemenië is leeg. Het dierenpark kan, evenals veel andere officiële zoos in het Oost-Europese land, niet langer voldoen aan aangescherpte Roemeense en Europese voorschriften.De dieren zijn daardoor vaak het haasje. Sommige worden afgemaakt, andere zwaar verwaarloosd, nog weer andere verdwijnen gevild in het illegale circuit. Een afvloeiingsregeling voor overbodige dierentuinbewoners ontbreekt.
Nathalie Klinge uit Bergambacht trekt zich de belabberde omstandigheden van Roemeense viervoeters aan. Ze liet gisteren twee „gehandicapte” leeuwen overbrengen naar roofdierenopvangcentrum Pantera in het Friese Nijeberkoop, een gehucht op de grens met Drenthe.
Panteravoorzitter Arno van der Valk en dierenarts Guus Blokland hebben de leeuwen en twee dingo’s (Australische wilde honden) met een vrachtwagentje opgehaald in Buhusi. Ze haalden de katachtigen op een brandcard –stevig vastgesnoerd– uit hun verblijf.
Zorgelijk
De Amerikaanse stichting Lion’s Roar en Nathalie Klinge strijden al jaren voor de dieren in Buhusi Zoo. Lion’s Roar bekostigt het transport –een paar duizend euro– met geld uit donaties. Verder draagt de organisatie bij in de dagelijkse verzorging.
Al eerder kregen drie leeuwen onderdak in Zuid-Afrika, één leeuwin vertrok naar Malawi en vier bruine beren zijn elders in Roemenië ondergebracht. Twee paarden en enkele honden bevinden zich in Nederland, terwijl vijf katten zijn geadopteerd in Engeland.
De toestand van Romany en Gypsy is zorgelijk. Door verkeerde voeding zijn hun spieren en ruggenwervel onvoldoende volgroeid, vertelt Klinge. „Ze lopen veel te laag. De achterpoten zijn te kort.”
Klinge kocht de afgelopen tijd met Nederlands geld voedsel voor beide leeuwen in Roemenië. „In het land is het echter zo’n corrupte bende dat het vlees weer uit de kooien is gestolen. Of ze kregen kip in plaats van paardenvlees.”
Romany en Gypsy hadden met één spuitje in Roemenië uit hun lijden kunnen worden verlost. Geen optie, verklaart de dierenwelzijnswerker. „Het duurt jaren voordat je daar in Roemenië toestemming voor krijgt, want daar moet een speciale commissie zich over buigen. Zo lang konden we die beesten niet laten lopen.”
Wilde westen
De dierenzorg in Roemenië lijkt veel op het wilde westen, verzucht Nathalie. „Ik ben een leeuw tegengekomen in een kooi van 3 bij 3 meter als attractie bij een restaurant.”
In de dierentuin Aradea, vlak bij Hongarije, trof ze twee treurige dierenverblijven aan: een met zestien leeuwen en een met twintig wolven. „Eén grote toestand.” Eén mannetjesleeuw zat samen met drie vrouwtjes in een hok van 4 bij 4. „Je weet wat er dan gebeurt. Al snel lopen er allemaal welpjes rond.”
Tientallen verzoeken aan Roemeense ministeries, dierentuinorganisaties en leden van het Europees Parlement om de dierenzorg in het land te verbeteren, hebben tot nu toe geen enkel resultaat.
Ook in Roemeense kindertehuizen doen zich schrijnende situaties voor. Klinge kiest er echter voor zich in te zetten voor dieren. „Mijn eerste kennismaking met de belabberde situatie in Roemenië was in een dierentuin. Was het in een kindertehuis geweest, dan had ik me daarvoor gegeven.”
Bovendien zijn er volgens haar al „honderden” organisaties actief voor de Roemenen. „Elke dag vertrekt er wel een vrachtwagen met hulpgoederen.”
De dierenwelzijnswerker, vanwege multiple sclerose afgekeurd, vindt het niet onlogisch dat zij zich meer voor dieren inzet dan voor mensen. „Mensen kunnen zichzelf redden, dieren niet.”