Turkije wil verbanning van Saddam
Verbanning van de Iraakse president Saddam Hussein kan een mogelijkheid zijn om tot een vreedzame oplossing van de crisis tussen Irak en de Verenigde Staten te komen. Dit heeft de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Yasar Yakis, vrijdag gezegd.
Een aantal Arabische landen is bereid de verbanningsformule van harte te ondersteunen, zei Yakis tegen de televisiezender NTV.
Yakis uitte vrijdag zijn twijfels over het verlenen van toestemming aan de Verenigde Staten om vanaf Turks grondgebied grondtroepen in te zetten bij een aanval op Irak.
De Turkse publieke opinie is sterk gekant tegen een militaire actie om Saddam Hussein ten val te brengen en de Turkse regering heeft de VS nog geen toestemming gegeven om troepen aan de Turks-Iraakse grens te stationeren. Wel zullen waarschijnlijk Amerikaanse luchtmachtbases in Turkije gebruikt worden om aanvallen op Irak uit te voeren, als het tot een militaire campagne tegen Irak komt.
„De VS zijn onze bondgenoot, maar onze belangen lopen in deze kwestie misschien niet parallel. Het kan zijn dat het niet in het belang van Turkije is om de mogelijkheid te bieden een aanval op Irak uit te voeren”, aldus Yakis vrijdag.
De Turkse regering heeft eerder gezegd dat een besluit over het toestaan van Amerikaanse troepen in Turkije pas gemaakt zal worden nadat de VN-wapeninspecteurs in Irak hun eerste rapportage bij de VN hebben ingediend, waarschijnlijk eind januari. Een definitief besluit over het verlenen van toestemming aan de VS om grondtroepen te stationeren in Turkije wordt genomen in overleg met het parlement en niet-gouvernementele organisaties, zegt Yakis.
De ophanden zijnde aanval op Irak houdt ook elders in de wereld de gemoederen bezig. In Pakistan werd vrijdag op diverse plaatsen gedemonstreerd tegen de Amerikaanse aanvalsplannen. De betogingen verliepen rustig. Er waren bovendien veel minder demonstranten dan verwacht.
Onder streng toezicht van de Pakistaanse veiligheidsdiensten kwamen in Islamabad zo’n 400 mensen bijeen. In de westelijke stad Peshawar trokken 7000 mensen door de straten terwijl ze ”Weg met Amerika” en ”Lang leve Saddam Hussein” scandeerden.
Ook in Karachi, Lahore en Quetta werd gedemonstreerd. Bij een betoging van ongeveer 1500 mensen in de centraal gelegen stad Multan werd een afbeelding van de Amerikaanse president George Bush verbrand. De betogers namen bovendien de Pakistaanse president Pervez Musharraf op de korrel, omdat hij de Amerikaanse strijd tegen terreur in het buurland Afghanistan steunt.
De betogingen waren georganiseerd door fundamentalistische moslimorganisaties. Die zien een aanval op Irak als een aanval op de gehele islamitische wereld.
De organisatoren, die winkeliers hadden opgeroepen de deuren gesloten te houden, hadden vooraf aangekondigd dat het een vreedzaam protest zou worden, maar toch werden overal strenge veiligheidsmaatregelen genomen. Veel winkels waren gewoon open.