Binnenland

Oorlog voeren vanaf een viersterrencamping

Drie kleine NAVO-landen, waaronder Nederland, laten met hun F-16’s vanuit Kirgizië zien dat ze grote broer Amerika goed kunnen helpen. Ook al heeft de luchtmacht geen bom gegooid, toch verricht ze „een taak van wereldklasse.” Maar wat als straks de oorlog tegen Irak begint?

Riekelt Pasterkamp
3 January 2003 19:16Gewijzigd op 14 November 2020 00:02
BISHKEK - Een Nederlandse F16-piloot draait de motoren van zijn toestel warm. Hij is op weg naar de startbaan om een vlucht boven Afghanistan uit te voeren. De piloten van de basis in Volkel hebben vrijdag het commando overgedragen aan de collegas van de
BISHKEK - Een Nederlandse F16-piloot draait de motoren van zijn toestel warm. Hij is op weg naar de startbaan om een vlucht boven Afghanistan uit te voeren. De piloten van de basis in Volkel hebben vrijdag het commando overgedragen aan de collegas van de

Ruim zeven uur na vertrek vanaf een nat en zeer winderig vliegveld Eindhoven zet majoor Van der Vaart, gezagvoerder van de KDC-10 Prins Bernhard, de landing in. Links en rechts van het toestel enorme bergen, het sneeuwwitte landschap komt steeds dichterbij. De vliegbasis Manas in Kirgizië ligt er idyllisch bij.

Deze nacht, de tweede van het nieuwe jaar, passeerde de tankerreus slapende landen als Duitsland, Oostenrijk, Italië, Griekenland en Turkije. En passant werden twee meevliegende F-16’s van de vliegbasis Volkel verschillende keren in de lucht bijgetankt.

Bij een snelheid van dik 800 kilometer per uur wordt in een minuut 1750 liter brandstof in de tanks van de F-16 gepompt. De inzittenden van de KDC-10, het grootste transporttoestel van de Koninklijke Luchtmacht, merken er bijna niets van. De heftige turbulentie houdt hen meer uit de slaap.

Beschoten
De Koninklijke Luchtmacht zit inmiddels alweer drie maanden in Kirgizië. Het is op welgeteld 5190 kilometer van huis de verst weg gelegen missie ooit.

Samen met Noorwegen en Denemarken doet Nederland als European Participating Airforces (EPAF) mee aan Enduring Freedom, de internationale strijd tegen het terrorisme. EPAF, met 430 mensen, is volledig opgenomen in de 376 Air Expeditionary Wing van de Amerikanen. Een dergelijke inbedding is nog niet eerder voorgekomen.

Achttien F-16’s, zes uit ieder land, draaien vanaf Manas bij toerbeurt missies boven Afghanistan. In de lucht worden ze bijgetankt, onder andere door een Nederlandse KDC-10. In de afgelopen drie maanden zijn 676 missies gevlogen, waarvan eenderde door Nederland.

De grondtroepen, lees Amerikanen en Britten, kunnen in hun jacht op al-Qaida- en Taliban-eenheden vragen om luchtsteun. Als het moet klokje rond. Piloot Ed kan erover meepraten. Net voor de Kerst schoot hij samen met een collega twee Amerikaanse Black Hawk-helikopters te hulp die tijdens een medische evacuatie vanaf Afghaans grondgebied werden beschoten. De snelle reactie van de Nederlandse F-16’s was genoeg om het schieten te laten stoppen.

In de Coalition Ready Room op de basis in Kirgizië laat Ed (niet zijn echte naam, die wil de vlieger om veiligheidsredenen niet geven) een video zien van de actie, die overigens in het donker plaatsvond. „Met onze helderheidsversterkers en infraroodapparatuur konden we alles prima zien”, zegt Ed. Iedere Nederlandse F-16 beschikt over een zogenaamde ”targeting pod” waarin een camera staat.

Een kruisje op het wazige beeld stelt een helikopter voor. Iets verderop is de andere te zien. Hoe ver de F-16’s van de helikopters waren verwijderd mag de vlieger niet zeggen. De begeleiding duurde drie kwartier. Ed vond het niet extra spannend. „Je doet waar je voor opgeleid bent. Er moet een klus worden geklaard, dat is prioriteit één.”

De jonge piloot was tijdens verschillende missies zo’n tachtig uur in de lucht. Zijn de vluchten, die per stuk gauw zeven uur duren, niet saai? „Afghanistan is een groot land, er valt genoeg te zien. Veel bergen. ’s Nachts kun je naar de lampjes kijken.”

Tentenkamp
Voor 11 september 2001, de dag dat de Twin Towers vielen, was Kirgizië een weinig tot de verbeelding sprekende bestemming. De republiek, sinds augustus 1991 onafhankelijk van de toenmalige Sovjet-Unie, wordt gedomineerd door bergen. Het gebied heet niet voor niets het dak van de wereld. ’s Zomers is het er snikheet, in de winter kan het kwik makkelijk tot 25 graden onder nul dalen.

Het land telt 4,6 miljoen inwoners. Van oost naar west meet het 900 kilometer, van noord naar zuid 400. Het vliegveld hoort bij de hoofdstad Bishkek. Deze plaats heette in de Sovjettijd Frunze en ligt ongeveer 200 kilometer ten westen van Alma Ata.

Toen de Amerikanen eind december 2001 op de luchthaven neerstreken veranderde het er op slag. De start- en landingsbaan („een veredeld knollenveld”) werd aangepakt en de yanks bouwden er een enorm tentenkamp: ruim 200 tenten waarin de militairen werken en wonen.

Compleet met restaurants, winkels en een kerk. En omgeven door een muur van enorme zandzakken, verstevigd met prikkeldraad. Luitenant-kolonel Ralph Reefman, commandant van het Deens-Noors-Nederlandse detachement: „Vlak voordat we gingen, zei ik tegen mijn mensen: Jullie gaan niet naar een viersterrenhotel maar naar een viersterrencamping.”

Kirgizië profiteert ruimschoots van de aanwezigheid van de legermacht. Voor ieder toestel dat landt moet flink in de buidel worden getast. „Vergelijk het met de prijzen van Frankfurt.” Iedere bezoeker moet op het vliegveld een visum kopen. Cash afrekenen: 60 dollar.

Hoewel ze hun gevechtstoestellen hebben teruggetrokken, zijn de Amerikanen nog altijd heer en meester op het besneeuwde vliegveld. Geen foto’s maken is dan ook geen foto’s maken. Met het risico van een geladen wapen op je borstkas gericht.

De vijand is dan wel een kopje kleiner gemaakt, hij is nog altijd actief. De strijd moet doorgaan. Niet voor niets is de basis genoemd naar Peter Ganci, een New Yorkse brandweerman die omkwam bij de reddingsacties na de aanslag op het World Trade Center.

Predikant
Volgens minister Kamp van Defensie blijven de Verenigde Staten ten minste tot 2004 met troepen aanwezig in Afghanistan. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.

De Nederlandse F-16’s en het tankervliegtuig zijn voor een halfjaar toegezegd, dus tot 1 april aanstaande. Gisteren losten luchtmachters van Leeuwarden hun collega’s uit Volkel af. Maar uit gegevens die binnen de luchtmacht circuleren, blijkt dat andere squadrons zich gereedmaken voor uitzending verderop in het jaar. De predikant van de vliegbasis Leeuwarden, ds. Anne Zweers, weet zelfs te vertellen dat hij in april, mei en juni naar Kirgizië gaat.

Overste Reefman, afkomstig van Volkel, werd gisteren als commandant van de Deens-Noors-Nederlandse eenheid in een hangar op de vliegbasis afgelost door een Deense collega. Vlak voor de commando-overdracht zei Reefman desgevraagd dat er binnen de Nederlandse luchtmacht inderdaad plannen zijn om langer in Kirgizië te blijven. „Maar daarover is nog geen politieke besluitvorming.”

De Amerikaanse commandant van Ganci, brigadegeneraal Jared P. Kennish, zou het zeer op prijs stellen als de Nederlanders langer bleven. „Ze zijn van wereldklasse. Ze hebben nooit gemist. We would love them to stay.”

Kennish zegt dat in de wetenschap dat F-16’s van de luchtmacht nog geen bom op Afghanistan lieten vallen. Maar als het nodig is, doen ze dat wel. „Ze mogen schieten”, zei premier Kok ietwat bedremmeld toen het besluit eind 2001 eindelijk was genomen om toestellen richting Afghanistan te sturen.

Is Nederland daarmee in oorlog? Welzeker, zeggen deskundigen. Niet echt, sust de luchtmacht. Overste Reefman zegt het liever met de Chinese wijsgeer Sun Tzu: „De beste generaal is hij die zijn troepen niet hoeft te sturen om de oorlog te winnen.”

Maar wat als straks de oorlog tegen Irak begint? Europese toestellen zouden dan makkelijk door kunnen vliegen naar Irak. Generaal Kennish, een veteraan uit de Golfoorlog, is glashelder: „Wij zijn hier voor Enduring Freedom. Er is geen bemoeienis met eventuele andere missies.”

Gaten
Een indirecte bijdrage zou het F-16-detachement wel kunnen leveren als de Amerikaanse luchtmacht Bagdad gaat bestoken. Backfill, heet dat in militair jargon: andere landen vullen ’gaten’ op die de Amerikanen laten vallen als ze elders in de wereld in actie komen.

Dat gebeurde ook na 11 september 2001. Europese marineschepen (waaronder Nederlandse) stoomden op naar zeeën waar de VS hun vloot weghaalden of lieten inkrimpen. Misschien dat straks onder andere Nederlandse commando’s de jacht op resterende Taliban-eenheden overnemen van hun Amerikaanse collega’s.

De Nederlandse regering heeft al steun toegezegd bij een eventuele oorlog met Irak. Hoewel nog niets concreet is gemaakt, valt daarbij vooral te denken aan de Groep Geleide Wapens, die met Patriot-raketten op inkomende Scuds kan schieten. Tijdens de Golfoorlog in 1991 stonden er Nederlandse Patriots in Israël en Turkije.

Maar wat kan Defensie zich in het licht van de forse bezuinigingsoperatie nog veroorloven? Ex-minister van Defensie Korthals zei onlangs in de Kamer dat er voor de krijgsmacht geen buitenlandse missies meer bij kunnen. De koek is op. En hoe valt de uitzending van F-16’s te rijmen met het voorstel van de regering om achttien toestellen uit de vloot te schrappen?

Moeilijke beslissingen, zeker in een tijd van verkiezingen. In militaire kringen houdt men er rekening mee dat als de VS een oorlog tegen Irak beginnen, die tussen eind januari -verschijning van het rapport van de VN-wapeninspecteurs- en medio maart zal liggen; daarna wordt het snel heet in de woestijn. In Nederland wordt dan net een nieuw kabinet geformeerd.

Tent
Reefman kan er niet mee zitten. Hij gaat naar huis. Generaal Kennish zwaaide hem gisteren uit met het compliment dat hij een ”world class warrior” is.

De overste vloog zelf ook F-16-missies, bijvoorbeeld op tweede kerstdag. „Dat geeft je wel een speciaal gevoel.” Slapen in een tent vond hij niet erg. „Ik was ook in Villafranca (de Italiaanse plaats van waaruit medio jaren negentig op Bosnië werd gevlogen, RP). Daar zat ik in een hotel. In een tent ben je meer op elkaar aangewezen. Je krijgt meer persoonlijke contacten.”

Halverwege de middag staan twee Nederlandse toestellen op Manas klaar om te vertrekken richting Afghanistan. De J-014 en de J-135. Het is anderhalf uur vliegen naar de grens met Afghanistan. Onderweg passeren de vliegers het Karakorumgebergte met de bekende berg K-2.

Net voor ze de lucht in gaan, worden de meegevoerde lasergeleide bommen van 500 pond per stuk op scherp gezet. Aan de vleugeltips hangen lucht-luchtraketten voor de middellange afstand. Bovendien beschikt de vlieger over een zesloops boordkanon dat 100 patronen per seconde kan verschieten.

De zon schijnt fel. De wit besneeuwde bergen op de achtergrond steken prachtig af. Een groepje Kirgiezen werkt met teer aan de taxibaan. Als de brullende F-16’s passeren, zwaaien ze.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer