Vertrouwen ondanks onbegrepen wegen
De gereformeerd vrijgemaakte kunstcriticus, beeldend kunstenaar en Rembrandtkenner Willem Lodewijk Meijer overleed in de zomer van 2007. Postuum is zijn gedichtenbundel ”Ankers lichten” verschenen.
Als criticus nam Meijer sinds de jaren zeventig de moderne abstracte kunst de maat. Met publicaties als ”Kunst en revolutie” (1975) en ”Kunst en maatschappij” (1977) zette hij een stempel op het gereformeerde denken over kunst.Meijers gedichten zijn dan ook geen onbegrijpelijke klankexperimenten, maar dragers van herkenbare beelden en invoelbare emoties. De onderwerpen variëren van ”Pas opa” tot ”Lente in Hattem” en van ”Bijbellezen” tot ”Eeuwig leven”. Veel gedichten hebben een religieuze dimensie en spreken van (aangevochten) Godsvertrouwen. „Vóór ik besef had van mijzelf,/ kwam Hij over mijn tijden/ een huif beloften spreiden,/ zijn kruisgewelf.”// Hij overkoepelt met geluk/ mijn aangevochten dagen,/ en geeft niet meer te dragen/ dan een zacht juk.”
Dat wil niet zeggen dat Meijer in zijn gedichten goedkoop pleisters plakt op wonden die niet te genezen zijn. In het aangrijpende ”Die dag” verwoordt hij de wanhoop die een vader en moeder treft na het overlijden van een kind aan wiegendood. In de laatste strofe zegt hij tegen haar: „Blijf in de strijd die komt/ niet zo verstomd/ als in dit uur./ Bid deze nacht/ en ga met kracht/ met bidden door/ –wat heet voorbij?–/ voor mij.”
Misschien dat ook de beginwoorden van ”Rekenschap” op deze gebeurtenis slaan: „Tweeledig weet de hand te geven:/ een warm houvast, een rake klap:/ twee kanten van het vaderschap. Maar dit? Wat geselt U mijn leven!”
”Ankers lichten” is daarmee een bundel met voluit menselijke gedichten. Het vertrouwen op God als liefdevolle Vader is nergens ver weg, maar dat masseert de pijn van onbegrepen wegen gelukkig niet weg. Want alleen zo kunnen de gedichten daadwerkelijk troost bieden.
Opvallend is Meijers streven om de gedichten de laten rijmen. Dat levert soms gekunstelde constructies op. Uitgerekend aan het enige gedicht met een wat vrijere vorm is de titel van de bundel ontleend, ”Dichten”: „De ankers lichten,/ dat is één. Vrij zijn,/ recht voor de wind vrij,/ dat is twee. Nooit is/ een mens op de plecht/ of te kooi alleen,/ nooit zonder plichten./ Als van schok tot schok,/ onderdeks, de dood/ de scheepswand lek stoot,// moet hij wel dichten.” Wat mij betreft had Meijer zich verder in deze richting ontwikkeld.
De strakke opbouw van de meeste gedichten maakte het overigens mogelijk ze op muziek te zetten. Roelof Elsinga deed dat bij dertien teksten. Bij de bundel is een cd verschenen waarop deze ‘liederen’ worden gezongen.
De bundel wordt gecompleteerd met (natuur)foto’s en met afbeeldingen van kunstwerken van Meijer zelf. Daarmee is het een document geworden voor (bijna) alle zintuigen. Maar vooral voor het hart.
De gelijknamige cd met muziek van Roelof Elsinga verscheen bij Mirasound (Mira 88685-2)
N.a.v. ”Ankers lichten”, door Willem L. Meijer; uitg. Medema, Vaassen, 2008; ISBN 978 90 6353 5391; 117 blz.; € 12,95.De gelijknamige cd met muziek van Roelof Elsinga verscheen bij Mirasound (Mira 88685-2).