Opinie

Laat zuil zoutvat zijn

De reformatorische zuil moet zich geen identiteitscrisis laten aanpraten, vindt drs. A. A. van der Schans. Bevindelijk gereformeerden kunnen zich beter inspannen om een zout in de wereld te zijn.

8 April 2009 08:52Gewijzigd op 14 November 2020 07:40

De hoeveelheid literatuur en lectuur over de ontwikkelingen en verschuivingen in de reformatorische zuil is inmiddels groot. De afgelopen 25 jaren verschenen er bijna zestig boeken over deze groep, naast honderden artikelen.Het enquêteren als onderzoeksmethode voor deze groep wordt steeds vaker toegepast. Ook het RD enquêteert er lustig op los. Twee jaar geleden werd de zoveelste enquête gepresenteerd onder de enigszins suggestieve titel ”Schuivende panelen”.

Valt er een lijn in al die onderzoeken en publicaties te ontdekken? Niet altijd. Met behulp van een aantal criteria kun je uiterlijke zaken zoals bijvoorbeeld kleding en gedrag meten. Zo kun je meten hoe vaak er naar de kerk gegaan en wat er gelezen wordt, welke kleding gedragen wordt, hoe groot het inentingspercentage is en nog heel veel meer.

Toch hebben de uitslagen van de meeste onderzoeken een beperkte waarde. Op sommige punten neemt het traditionalisme toe (het uiterlijk komt vaker ter sprake bij sollicitatiegesprekken), op andere punten de moderniteit (materialisme en mediagebruik). Wereldgelijkvormigheid is niet alleen te vatten in uiterlijke zaken. Hoe meet je geestelijke zaken? Hoe peil je ”bezieling”?

Gemene gratie

Het reactiepatroon op ontwikkelingen in eigen kring is redelijk eenduidig. Al snel vallen kwalificaties als de tragiek van de verzuiling, een vervallen huis, geestelijke achteruitgang, negatieve verschuivingen. De reformatorische zuil zou hetzelfde te wachten staan als de synodaal gereformeerden van Abraham Kuyper. Zij dienen telkens als waarschuwend voorbeeld om niet af te glijden.

Ik zie echter meer verschillen dan overeenkomsten tussen deze twee zuilen. Alleen al het voortdurend klagen over achteruitgang in de reformatorische zuil is een opvallend verschil.

Op meer punten verschillen beide groepen. Neogereformeerden zien de wereld als een kans, bevindelijk gereformeerden als een bedreiging. Met de gedachte van de gemene gratie leidde Kuyper zijn achterban de cultuur in. Met de ”Christenreis” in de hand trekken de bevindelijk gereformeerden de cultuur uit.

Bij nog één verschilpunt wil ik even stilstaan. In het aanpassingsproces van de gereformeerden aan de samenleving zie je dat de ethiek en de dogmatiek elkaar wederzijds beïnvloeden: verschuivingen in de ethiek (levensstijl, theater, dansen) beïnvloeden de dogmatiek en omgekeerd. Bij vrijgemaakt gereformeerd zie je een vergelijkbaar proces.

In de reformatorische zuil zien we de merkwaardige paradox dat er ten aanzien van de ethiek in sommige opzichten een vergaande accommodatie met de samenleving is. Het mobieltjes- en taalgebruik, materialisme en gezinsvorming lijken zich gradueel, niet principieel te onderscheiden van de samenleving. Opvallend is echter dat de leer hierdoor nagenoeg niet beïnvloed wordt.

Dit alles neemt niet weg dat de stabiliteit en het voortbestaan van de reformatorische zuil fors onder druk staan. De beschermende werking van de zuil heeft haar beperkingen en onmogelijkheden.

De spanning tussen de steeds verdergaande aanpassing van de levensstijl aan de tijdgeest en de zuivere leer kan wel eens te veel worden. Het organisatorisch groepsisolement, hét kenmerk van de reformatorische zuil, biedt geen verweer tegen de invloed van de moderne cultuur op het beslissende domein, namelijk het privéleven.

Gebed en lofprijzing

Het consumentisme en de informatietechnologie stellen het individu rechtstreeks, zonder bemiddeling van de zuil, bloot aan het moderne geestesklimaat. Het moderne leven in de reformatorische kring speelt zich af buiten de gemeenschappelijke verbanden van de eigen zuil, het individu heeft de terugtocht aanvaard naar zijn eigen levenssfeer.

Laat de zuil niet meer of minder zijn dan een vat zijn waarin het zout strooiklaar gemaakt wordt. Alleen vanuit een innerlijke overtuiging, gevoed door de werking van de Heilige Geest, kunnen de bevindelijk gereformeerden, evenals alle andere christenen, een zout in de wereld zijn.

Zout is bederfwerend en levensreddend. In plaats van op te roepen tot bezinning en heroriëntatie heb ik twee praktische voorstellen om het geklaag over de zuil te overstijgen.

Moeten we niet –net als veel christenen vóór ons– de kerk elke dag open laten om samen te komen voor gebed en lofprijzing? We moeten beseffen dat bij de opening van de Schrift er sprake is van een beslissend moment in een mensenleven.

In de tweede plaats zou ik er voor willen pleiten dat ieder reformatorisch christen zich –hoe dan ook– met minimaal één niet-reformatorische organisatie of netwerk in de eigen woonplaats verbindt. Misschien kunt u er zout strooien.

De auteur is docent geschiedenis aan hogeschool Driestar educatief. Dit artikel is een bewerking van een deel van een lezing die hij zaterdag hield op de jaarvergadering van de VGS.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer