Kamer tevreden over rapport-Maas
Een meerderheid in de Tweede Kamer is tevreden over het rapport en de aanbevelingen van de commissie-Maas over de Nederlandse bankensector.
CDA, PvdA en VVD zien het als een eerste, belangrijke stap naar herstel van vertrouwen in de banken bij de burger. De SP noemt het rapport onvoldoende en ziet te veel oproepen tot zelfregulering.„Vertrouwen op zelfregulering is juist de oorzaak van de crisis", zegt SP-Kamerlid Irrgang. Hij vindt dat de commissie-Maas in haar ruim zeventig concrete aanbevelingen te weinig komt met voorstellen voor „substantiële verandering". En zelfregulering is voor hem „geen alternatief" voor een overheid die orde op zaken moet stellen. CDA, PvdA en VVD zijn een stuk positiever. PvdA-Kamerlid Tang: „Maas stelt de klant en de spaarder weer centraal. Het beloningsbeleid moet aangepakt, de aandeelhouder wordt weer investeerder. Allemaal heel erg gezonde en goede stappen die nodig en welkom zijn."
Volgens hem kan De Nederlandsche Bank de voorstellen over beloningsbeleid zo overnemen. De Tweede Kamer moet zich met minister Bos van Financiën vooral buigen over ideeën om een nieuw garantiestelsel voor spaartegoeden op te zetten, aldus Tang.
Het CDA heeft complimenten voor de concreetheid en de diepgang bij de „pittige aanbevelingen" van Maas en de zijnen. CDA-Kamerlid Blanksma roept Bos op met een gedegen reactie te komen op het rapport en het voortouw te nemen bij het invoeren van de aanbevelingen. Zorgen heeft ze over het internationale toezicht, dat niet vanuit Nederland te organiseren valt. „We hopen dat het internationale toezicht geen excuustruus wordt om hier niks te doen."
VVD’er Weekers is tevreden over het rapport maar vindt het tegelijk „schokkend" dat bankiers er kennelijk nu pas achter komen dat de klant centraal moet staan. Hij prijst Maas die „niets met de mantel der liefde bedekt heeft en nu zegt: het roer moet om". Ook Weekers wil snel een debat met minister Bos over het rapport. Hij is verguld met de aankondiging van Maas in een gesprek met Kamerleden dat de dwingende aanbevelingen van zijn commissie binnen een jaar doorgevoerd kunnen zijn. „Als dat niet lukt zijn onze aanbevelingen niet concreet genoeg geweest", zei Maas in de Kamer.