België: Habré moet in Senegal blijven
Oud-dictator Hissène Habré van Tsjaad moet in Senegal blijven tot duidelijk is of hij in Senegal of in België wordt berecht. Die eis heeft België neergelegd bij het ICJ, het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties in Den Haag.
Gisteren is het kort geding begonnen, waarvan de zittingen drie dagen in beslag nemen. Over enkele weken wordt de uitspraak verwacht.Habré vluchtte in 1990 naar Senegal, nadat hij was afgezet. Hij had in Tsjaad acht jaar lang een waar schrikbewind gevoerd. De beruchte politieke politie zou 40.000 tegenstanders uit de weg hebben geruimd en 200.000 personen hebben gemarteld. De 66-jarige Habré beweert dat hij niet wist dat zijn politie dood en verderf zaaide.
Hij werd desondanks in 2005 in België aangeklaagd voor misdaden tegen de menselijkheid en marteling. In 2006 besloot de Afrikaanse Unie echter dat Habré in Senegal moet terechtstaan. Tot op heden, tweeënhalf jaar later, heeft Senegal echter nog geen actie ondernomen tegen de ex-dictator.
België daagde Senegal voor het ICJ, omdat dit land Habré niet berecht of uitlevert. De uitspraak van het VN-hof kan echter jaren op zich laten wachten. België eist daarom in het kort geding dat Senegal ervoor zorgt dat Habré tot die tijd onder huisarrest blijft in de hoofdstad Dakar.
De Senegalese president Abdoulaye Wade zei onlangs Habré te laten gaan, als zijn land geen geld krijgt van de internationale gemeenschap voor het proces. Senegal eist 27 miljoen euro. Volgens waarnemers is dit bedrag veel te hoog.
De Europese Commissie stelde 2 miljoen euro voor de beginfase voor, maar wacht met verdere toezeggingen tot Senegal een „redelijk en geloofwaardig” budget presenteert. Tsjaad wil 3 miljoen euro bijdragen. Ook onder meer Nederland, Frankrijk en België zijn bereid om geld te doneren voor het proces.
De Belgische rechtspraak staat vervolging toe van misdaden die in het buitenland zijn begaan. De slachtoffers van Habré hebben de zaak daarom in dat land aanhangig gemaakt.
Een van de mensen die in 2001 een klacht tegen Habré indiende, is Djimadoumadji N’Garketé Baïndé. Hij verloor 29 familieleden, onder wie 4 broers. Baïndé (52) is tegenwoordig directeur van een jongerencentrum in de Belgische stad Luik.
Baïndé, afkomstig uit een intellectuele familie, is ervan overtuigd dat Habré niet wordt berecht in Senegal. „Toen Habré uit Tsjaad vertrok, heeft hij regeringsgelden meegenomen en banken leeggeplunderd. Hij heeft de hele hoofdstad van Senegal opgekocht. Dakar ligt aan zijn voeten.”
Veel overlevenden van Habré’s schrikbewind zijn inmiddels overleden, negentien jaar nadat de ex-dictator naar Tsjaad vluchtte. Volgens Baïndé houden veel slachtoffers er rekening mee dat er op een gegeven moment geen overlevenden meer zijn en dat de vervolging als een kaars uitdooft, of dat Habré zelf overlijdt voor het proces is begonnen.