Binnenland

Maasdorpen zijn wassend water gewend

De inwoners van Borgharen en Itteren maken zich vooralsnog weinig zorgen om het stijgende water van de Maas.

ANP
3 January 2003 11:06Gewijzigd op 14 November 2020 00:02
MAASTRICHT - Twee Limburgers kijken vanuit een vrachtwagen naar het water op een ondergelopen weg. Tussen Maastricht en de dorpen Itteren en Borgharen is een pendeldienst ingesteld. - Foto ANP
MAASTRICHT - Twee Limburgers kijken vanuit een vrachtwagen naar het water op een ondergelopen weg. Tussen Maastricht en de dorpen Itteren en Borgharen is een pendeldienst ingesteld. - Foto ANP

De paar duizend Limburgers die aan de oever van de rivier wonen, hebben in de loop van de jaren leren leven met de gevaren die de natuur hun veelal in deze periode oplevert.

In Borgharen stond het water vrijdagmorgen met 45,40 boven NAP ruim een halve meter onder het kritieke punt. De nooddijken, die na de overstroming van 1995 werden opgeworpen, houden stand. In Itteren, een kilometer of twee stroomafwaarts, zijn demontabele schotten aangebracht om de dorpelingen nog meer vertrouwen in de goede afloop te geven.

De inwoners van de Maasdorpen Itteren en Borgharen zien terug op een rustige nacht. Bij hulpposten in beide dorpen, die ’s nachts rond één uur waren ingericht, meldden zich maar weinig mensen. Ook de telefoon van het crisisteam in Maastricht rinkelde nauwelijks. „De mensen hier zijn redelijk gewend aan het hoge water”, verklaart een woordvoerder van de gemeente.

De toegangswegen naar Itteren en Borgharen zijn al niet meer toegankelijk voor het autoverkeer. Mensen die de dorpen voor hun werk uitmoesten, stapten op de vrachtwagens die over de ondergelopen toegangswegen een pendeldienst onderhouden.

Het waterschap Roer en Overmaas heeft extra pompen uitgereden naar Itteren en Borgharen. De grond is verzadigd en het kwelwater borrelt omhoog. Ook heeft het schap grote hoeveelheden brandstof de dorpen ingereden voor het geval die geïsoleerd mochten raken. Die brandstof is nodig om de pompen aan de praat te houden.

P. Delarue is geboren en getogen in Borgharen, zijn witte woning staat aan de Middenstraat. Vanuit de woonkamer kijkt hij over de Maas richting België. „Hier stond het water hoog in 1995. Ik hoop dat nooit meer mee te hoeven maken”, zegt de bejaarde man. „Het water staat hoog, maar dit is voor ons nog niets bijzonders. We luisteren goed naar de weersvoorspellingen.”

Na een wandelingetje naar de dijk is het humeur van Delarue er niet minder op geworden. „Vroeger speelden we hier met de buurtjongens, eilandje springen in de Maas.” Nu is er een trapveldje, maar voetballen is er door het gestegen kwelwater even niet bij voor de plaatselijke jeugd, die droge voeten wenst te houden.

Delarue is een van de eersten die bij verdere stijging van de rivier uit Borgharen zullen worden geëvacueerd. Volgens G. Zoomers, woordvoerder van de brandweer, worden bij een waterhoogte van 45,85 meter eerst de zieken, dan de mensen die direct aan de Maas wonen en dan de bewoners van huizen met slechts één verdieping naar hoger gelegen gebieden vervoerd.

„De voorspellingen zijn niet al te gunstig, er wordt de komende dagen in Noord-Frankrijk en de Ardennen nog veel neerslag verwacht”, zegt hij. „We zijn op het ergste voorbereid, alles is in gereedheid gebracht als het eventueel fout mocht lopen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer