Consument

Winkelstraatje zonder ketens

De zelfstandige winkelier is op de A-locaties vrijwel verdwenen. Nationale en internationale ketens drukten de lokale ondernemer de straat uit. NLstreets begon vijf jaar geleden een tegenoffensief. Inmiddels heeft het platform de populairste shoppingsite van Nederland. „Voor mensen die leuk willen winkelen.”

6 April 2009 17:30Gewijzigd op 14 November 2020 07:40
De Kleine Houtstraat in Haarlem. Foto's RD, Anton Dommerholt
De Kleine Houtstraat in Haarlem. Foto's RD, Anton Dommerholt

Veel verschil is er niet meer tussen de Oxford Street in Londen, de Kalverstraat in Amsterdam en de Paseo de Gracia in Barcelona. De internationale ketens met hun vertrouwde logo’s domineren het straatbeeld. Ergens op de route vindt het kooplustige publiek steevast een McDonald’s met de onvermijdelijke Big Mac. Voor consumenten met een grote mond.In de provincie is het al niet beter. Vooraf weet je wat je in de voornaamste winkelstraat van de grotere steden kunt verwachten. De bekende retailketens en frachiseformules. Voor de consument die deze grauwe ellende wel gezien heeft, is er NLstreets, de organisatie die een offensief tegen de vervlakking van het winkelaanbod begon.

Een kleurrijke shoppingsite, inmiddels de populairste van Nederland, maakt het mogelijk thuis na te gaan welke winkelstraten in een bepaalde stad sfeervol zijn. Ze glijden over het beeldscherm, de etalages van de bij het shopnetwerk aangesloten winkeliers in kleur. Een klik op de voorgevel voert naar de eigen website van de desbetreffende ondernemer.

Crossmediaal platform
Bedenker van al dit fraais is Eva Ruijter, directeur en medeaandeelhouder van NLstreets. Als consumente had ze moeite in een vreemde stad de leuke winkelstraatjes te vinden. Als medewerker van het Amsterdamse reclamebureau October ontdekte ze dat het de zelfstandige ondernemer niet makkelijk valt voldoende publiciteit en reclame voor eigen zaak te maken. „Bundel je de krachten, dan lukt dat wel. We zijn een crossmediaal platform voor al die sfeervolle winkelstraatjes en een gids voor mensen die leuk willen shoppen.”

In 2004 ging NLstreets van start. Inmiddels zijn ruim 1100 winkels aan 64 straten in 28 steden bij het netwerk aangesloten. Het aantal groeit gestaag door, ook België wordt er binnenkort bij betrokken. De consument vindt via de website niet alleen de karakteristieke winkelstraten, maar ook acties en kortingen die de aangesloten ondernemers bieden.

De winkeliers betalen 450 euro per jaar. Daarvoor promoot NLstreets via de shoppingsite en NLstreets Magazine hun straat en bedrijf. Daarnaast krijgen ze korting van fabrikanten waarmee het in Amsterdam gevestigde bureau samenwerkt.

Dit jaar wordt aan de site een centrale webwinkel toegevoegd, waarmee de leden hun producten ook online kunnen afzetten. „NLstreets is een commercieel bedrijf, maar idealisme speelt in ons werk absoluut een rol”, verzekert Eva Ruijter. „We draaien nu pas break-even, de achterliggende jaren moest er geld bij. Omdat we de prijs voor de ondernemers laag willen houden.”

Hoofdprijs
De voorkeur van NLstreets gaat uit naar straten met een grote diversiteit. „Van een groenteboer tot een juwelier. Een winkelstraat met ketens valt per definitie af.” Medewerkers van het bureau trekken het land in om voorgedragen ’kandidaten’ te toetsen. „Het leuke van dit werk is dat je ontdekt hoeveel mooie winkelstraatjes er nog in Nederland zijn, ook in de kleinere steden.”

De vervlakking van het winkelaanbod op de A-locaties is het gevolg van de torenhoge vastgoedprijzen. Alleen de grote ketens kunnen de panden betalen. Groeit de populariteit van excentrischer gelegen straten, dan stijgt ook daar de huur. Met het risico dat de vlek van de ketens zich uitbreidt.

„Dat is voor ons een lastig iets”, erkent Ruijter. „Als een straat populair wordt, zijn de internationale merken bereid de hoofdprijs te betalen. Daardoor gaat in het hele gebied de huur omhoog. Veel zelfstandige ondernemers redden het dan niet meer. Je ziet dat nu in De Negen Straatjes in Amsterdam gebeuren. De knopenwinkel is al verdwenen, de slagerij is weg…”

Kans
Als het aan NLstreets ligt, komt er een wettelijk maximum aan het aantal vierkante meters dat de ketens in een bepaald gebied mogen hebben. Ter bescherming van de zelfstandige winkelier.

Afgelopen winter organiseerde het platform voor het eerst de verkiezing van de leukste winkelstraat van Nederland. Bij de nek-aan-nekrace tussen de Sint Jacobsstraat in Leeuwarden en de Kleine Houtstraat in Haarlem kwam de laatste als winnaar uit de bus. Op 28 februari werd de straat, drager van de NLstreet Award 08/09, door de burgemeester van Haarlem officieel gehuldigd. De burgemeester van Leeuwarden huldigde de Sint Jacobsstraat als leukste straat van het noorden.

De aandacht van lokale en landelijke media overtrof de stoutste verwachtingen van Eva Ruijter. De winkeliers kunnen momenteel wel wat promotie gebruiken, al biedt de economische crisis hun volgens de directeur van NLstreets ook kansen. „Een zelfstandige ondernemer is veel flexibeler dan een keten. Belangrijk is nu dat je innovatief en creatief bent. Je moet een onderscheidend productaanbod hebben.”

Meer informatie: www.nlstreets.nl.


Kopen achter de computer
Uit een vorig jaar gepubliceerde studie van de Rotterdamse Erasmus Universiteit blijkt dat het winkelaanbod in alle grotere Nederlandse winkelstraten ongeveer gelijk is. Voor het onderzoek werden 2156 winkels in 76 regio’s geanalyseerd.

De onderzoekers constateren dat er verschillende redenen zijn voor de uniformiteit. Gemeentebestuurders vinden het belangrijk dat de bekende winkelketens in hun gemeente zijn vertegenwoordigd. Voor de consument hebben die het voordeel van een bekend aanbod dat overal gelijk is. Belangrijkste reden van de versmalling is de prijs van het vastgoed op de A-locaties. Die zijn dermate hoog dat speciaalzaken noodgedwongen uitwijken naar B- en C-locaties.

Inmiddels lijkt het tij voor de ketens te keren. In september en oktober 2008 verrichtte onderzoeksbureau Locatus tellingen in 140 populaire winkelstraten. Ze lieten een dramatische afname van winkelend publiek zien. Zelfs de populaire P. C. Hooftstraat in Amsterdam moest vergeleken met drie jaar geleden ruim 30 procent inleveren. Gerard Zandbergen, algemeen directeur van Locatus, schat de gemiddelde daling van het aantal shoppers op zo’n 10 procent.

De afname gaat gepaard met een groei van de aankopen via internet. In 2008 was het digitale verkoopcircuit goed voor een omzet van 5 miljard euro: ruim 4 procent van de totale omzet in de detailhandel. Wijnand Jongen, directeur van branchevereniging Thuiswinkel.org, voorziet de komende jaren een groei naar 15 procent.


Kleine Houtstraat
De pandjes aan de Kleine Houtstraat in Haarlem zijn stuk voor stuk het bekijken waard. Door de monumentale trap- en klokgevels, fraaie ornamenten en opvallende etalages. Bij Geuren & Kleuren verkopen ze zeep, kaarsen en wierook. Jellibel heeft snuisterijen voor de kinderkamer. Van Dijken doet in antiek en curiosa. Linki kappers is gevestigd in de voormalige Goedkoope nikkelwinkel. De kapsalon liet de vermelding in de voorgevel ongemoeid.

Voor Hennie Lasschuit, voorzitter van de winkeliersvereniging van de straat, kan NLstreets geen kwaad doen. Zeker niet nu de Kleine Houtstraat is uitgeroepen tot leukste winkelstraat van het jaar. Waardoor de aanloop zichtbaar toenam. Haar eigen winkel annex atelier, ondergebracht in een klokgaaf 17e-eeuws pand, floreert al 64 jaar. „Meteen na de oorlog zijn mijn vader en moeder hier gestart. Ik doet dit werk intussen zo’n vijftig jaar.”

Voorbijgangers zien de artistieke Haarlemse van maandag tot en met zaterdag aan haar zijden lampenkampen werken. Vaak met een kleinkind bij zich. De kunstzinnige modellen ontwerpt ze voor een deel zelf, de klanten komen uit binnen- en buitenland. „Tot Dubai toe. Ik ben de enige in Nederland die dit nog kan. Veel werk krijg ik via antiquairs. De karkassen van de ingewikkelder ontwerpen laat ik door een kunstsmid maken.”

De opmars van de winkelketens ervoer de lampenkapster nimmer als een bedreiging. „Ik ben zó gespecialiseerd dat ik er geen last van heb. Ik zou ook helemaal niet aan de Grote Houtstraat willen zitten, voor geen prijs.” De invloed die ze heeft, wendt ze aan om de ketens op afstand te houden. „Het pand aan de overkant is te huur geweest. Ik heb tegen de huiseigenaar gezegd: „Joh Geert, houd in de gaten dat er weer iets passends in komt.” Dat is gelukt. Er komen mensen die dingen van goud en zilver maken, naar eigen ontwerp. Helemaal top!”

Over de crisis wil ze het niet hebben. „Het woord maakte me al misselijk. De mensen praten elkaar de put in. Kijk vooruit en wees positief, is altijd mijn devies geweest. Zorg dat je straat gezien wordt, dat is wat we hier met z’n allen proberen.” Elly Faber van Faber Schoenen, bij koninklijke beschikking hofleverancier, is evenmin somber gestemd. „Mensen blijven lopen. Wij zoeken het in kwaliteit en verkopen alleen voetvriendelijk schoeisel met een goede pasvorm. Onze belangrijkste troeven tegenover de ketens zijn aandacht voor de klant en service.”

Tayyip Ucar, eigenaar van Lazy Lady, is minder vrolijk. De boetiekjes in de straat, die hem van werk voorzien, leveren minder aan. De Turkse kleermaker weet wat een faillissement betekent. Nadat zijn bedrijf in Amsterdam op de fles ging, kwam hij naar Haarlem. Daar lijk de geschiedenis zich te gaan herhalen. „Ik kan er niet van slapen, echt waar. Ik moet voor mijn twee kinderen zorgen. Ik heb zeker 50 procent minder werk dan vorig jaar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer