Brazilianen verwachten veel van Lula
Zonder nog maar één besluit te hebben genomen, mag de kersverse president van Brazilië, Luis Inácio da Silva (57), zich reeds verheugen in een grotere populariteit dan al zijn 39 voorgangers in de republikeinse geschiedenis van het Zuid-Amerikaanse land.
De op nieuwjaarsdag aangetreden voormalige machinebankwerker, die beter bekendstaat onder de naam Lula, geniet thans het vertrouwen van een volle driekwart van de bevolking. Zelfs een groot aantal mensen dat bij de presidentsverkiezing van oktober niet voor de lijsttrekker van de Arbeiderspartij (PT) stemden, gunt het staatshoofd zijn vertrouwen.
De beëdigingsceremonie, op nieuwjaarsdag in Brasília, resulteerde in een volksfeest waarin de Brazilianen op onnavolgbare wijze uiting gaven aan het ongebreidelde optimisme dat de natie overspoelt. De nieuwe president gaf zijn tranen de vrije loop.
Tussen het vreugdegesnik en het feestgewoel door, vond president Da Silva gelegenheid om de kern van zijn regeringsbeleid te ontvouwen. Lula verklaarde dat hij niet zal rusten vooraleer ieder van de bijna 170 miljoenen Brazilianen drie voedzame maaltijden per dag kan nuttigen. „Iedereen heeft recht op een ontbijt, een middagmaal en avondeten”, aldus Da Silva.
Elke president kondigt wijzigingen aan. Maar de koerswijzigingen die president Da Silva wil aanbrengen, zijn vooral bijzonder omdat de natie deze zonder enige vorm van twijfel aanvaardt als welkome en reeds voldongen feiten. Waar oud-president Cardoso bewondering opriep door de wankele economie van het land te stabiliseren, roept zijn opvolger de hoop en verwachting op dat er nu volop aandacht komt voor de almaar nijpende sociale problemen van Brazilië.
Het collectief optimisme waarmee president Da Silva wordt verwelkomd, wordt vooral gevoed door de overtuiging van veel Brazilianen dat de bestuurders van de Arbeiderspartij niet ontvankelijk zijn voor de corruptie en het machtsmisbruik die het land al decennialang plagen.
De historische machtswisseling op nieuwjaarsdag betekent dat de Braziliaanse elite van academici, zakenlui en beroepspolitici, die met wisselend succes sinds mensenheugenis in het regeringszadel zaten, moesten wijken voor mensen als Marina Silva. Deze 44-jarige dame is de nieuwe minister voor Milieuzaken en zwaait nu de scepter over Braziliës haast onmetelijk grote natuurlijke rijkdommen en hulpbronnen. Marina Silva was tot haar zestiende analfabeet en werkte eerst als rubbertapster in de oerbossen van de deelstaat Acre en vervolgens als hulp in de huishouding.
Aan de ook internationaal bekende en gevierde zanger en tekstschrijver Gilberto Gil is het ministerie van Cultuur toevertrouwd. Gil was in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw grondlegger van het zogeheten tropicalisme, een culturele beweging die voortvloeide uit de strijd tegen de toenmalige dictatuur en zich sindsdien altijd heeft afgezet tegen door hogerhand opgelegde maatschappelijke beperkingen. Enigszins overrompeld door zijn aanstelling verklaarde Gilberto Gil „wat tijd” nodig te zullen hebben om zijn draai te vinden „achter het venster dat ik altijd heb willen inslaan.”
In zijn toespraak voor beide huizen van de federale volksvertegenwoordiging zei president Da Silva woensdag dat zijn regering een even bescheiden als daadkrachtig begin wil maken met herverdeling van nationale welvaart. Het staatshoofd onderstreepte dat de armste 20 procent van de Brazilianen tezamen nog geen 2 procent van het nationale inkomen vertegenwoordigen, terwijl de rijkste 20 procent aanspraak maakt op liefst tweederde deel van het nationaal product.
„Ons land kent wellicht de minst rechtvaardige verdeling van de welvaart ter wereld. Ondanks alle goede bedoelingen van vorige regeringen is er de afgelopen dertig jaar niets aan deze pijnlijke verhouding veranderd. Dat mag niet zo blijven”, aldus het staatshoofd, dat aankondigde dat een veelomvattend beleid voor een „eerlijker en vreedzamer” verdeling van het beschikbare landbouwareaal reeds in de maak is. Da Silva verzekerde dat deze controversiële en bijzonder netelige kwestie niet zal resulteren in een escalatie van de spanningen tussen landloze boeren en grootgrondbezitters. „Deze regering zal het particulier bezit blijven respecteren”, aldus Da Silva.
Met die laatste opmerking doelde Braziliës president tevens op zijn beleid voor de economie. Veel beleggers en investeerders slaan de gebeurtenissen in Brazilië met licht wantrouwen gade. Hoewel president Da Silva’s keus voor het ministerie van Financiën, de arts Antonio Palocci, bij de meeste buitenlandse waarnemers en marktkenners in goede aarde viel, bestaat er enige zorg over de bereidheid van de nieuwe monetaire autoriteiten om de inflatie in bedwang te houden met eenzelfde discipline als die de vorige regering kon opbrengen. Minister Palocci zei dat Braziliës ontwikkelingsmodel zal veranderen. „Al bijna veertig jaar lang financiert ons land zijn ontwikkeling met buitenlandse spaartegoeden. De gedachte die hieraan ten grondslag ligt -namelijk dat de financiële overschotten van één land de ontwikkeling kan financieren van een ander land- is wellicht op het eerste gezicht logisch, maar blijkt in de praktijk nogal eens te falen”, zo vindt de nieuwe bewindsman.
Minister van Financiën Palocci gaf toe dat zijn voornemen om de overheidsfinanciën in evenwicht te houden niet zal bijdragen tot een versnelde economische groei. „Het eerste jaar zal bepaald niet eenvoudig zijn”, aldus Palocci, die verzekerde dat de regering-Da Silva geen „exotisch of creatief” financieel beleid zal voeren. In een poging het vertrouwen van beleggers te houden, heeft minister Palocci verschillende topambtenaren en experts van de vorige regering verzocht aan te blijven.
Hoewel de conservatieve beleidsvoornemens van minister Palocci tot dusver een vlucht van risicodragend kapitaal naar het buitenland kon verhinderen, ligt in deze aanpak ook de kiem van een politiek geschil met de overige ministeries. Wanneer president Da Silva ook maar een beperkt aantal van zijn talrijke verkiezingsbeloftes wil waarmaken, zal hij hiertoe aanzienlijk meer geld nodig hebben dan thans is begroot.
Gezien de zware schuldenlast zit er evenwel geen enkele rek in de staatsbegroting voor de komende jaren. Brazilië moet in dit nieuwe jaar zeker 50 miljard dollar opbrengen aan rentes en aflossingen op de staatsschuld van ruim 265 miljard dollar. Na de vaak draconische bezuinigingen van de afgelopen jaren is het verder aanhalen van de broekriem, om de financiële ruimte te scheppen voor extra uitgaven van sociale aard, ook niet echt haalbaar.
Maar dit soort beperkingen voor meer statistieke doelen mocht op nieuwjaarsdag de pret niet drukken. Integendeel: de natie kan zich herkennen in zijn nieuwe president en hoopt dat deze meer oog zal hebben voor de belangen van het door crises aangeslagen volk dan zijn voorgangers, die ondanks al hun toezeggingen meestal niet meer dan een zijdelingse blik wierpen op de vaak stuitende menselijke ellende in het land. Weinig Brazilianen denken of verwachten dat president Da Silva ijzer met handen kan breken. Waar zij vooral op rekenen is begrip en medeleven met hun alledaagse zorgen.