Gemeenten passen tarief ozb zeer divers aan
Tussen gemeenten bestaan grote verschillen in de tarieven van de onroerendezaakbelasting (ozb). Voor woningen varieert het van een daling met 9 procent in Zeevang (Noord-Holland) tot een stijging met 41 procent in Leiderdorp.
Dat blijkt uit de Atlas van de Lokale Lasten van de Rijksuniversiteit Groningen, die maandag is gepubliceerd door Coeloe, een onderzoeksinstituut verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.De ozb wordt bepaald over de WOZ-waarde in het voorafgaande jaar. Die waarde ligt voor woningen gemiddeld 3,4 procent hoger dan een jaar eerder. Om te voorkomen dat de ozb-opbrengst onbedoeld stijgt, verlaagde een aantal gemeenten de tarieven.
Tussen de gemeenten zijn er grote verschillen. Zo verhoogt Leiderdorp het tarief met 41 procent. Veertig gemeenten verlagen hun tarief. Zeevang gaat voorop met een daling van 9 procent.
Uit het onderzoek blijkt dat de jaarlijkse woonlasten dit jaar gemiddeld met 2,9 procent stijgen. Huiseigenaren betalen dit jaar gemiddeld 18,50 euro meer dan in 2008. Door de forse stijging van de ozb is in Leiderdorp de grootste stijging te noteren: 130 euro. Bijna zeventig gemeenten verlagen de woonlasten; Winschoten het meest (113 euro).
In de woonlasten zitten de ozb, rioolrecht en reinigingsheffing. Van die drie kostenposten stijgt het rioolrecht het meest. Huishoudens betalen gemiddeld 5,1 procent meer (7,86 euro). Het gemiddelde ozb-tarief stijgt met 3,2 procent. Dat kost de gemiddelde huizenbezitter 6,90 euro. De reinigingsheffing stijgt gemiddeld 1,5 procent (4 euro).
In de goedkoopste gemeente bedragen de gemeentelijke woonlasten 458 euro (Zevenaar) en in de duurste 1150 euro (Blaricum). Gemiddeld is het tarief 649 euro. Eenpersoonshuishoudens zijn gemiddeld 69 euro goedkoper uit dan meerpersoonshuishoudens.
Er zijn uiteenlopende verklaringen voor de verschillen. Een stijging kan noodzakelijk zijn om de reserves van een gemeente op peil te brengen. Een daling kan een manier zijn om geld terug te geven dat in het verleden te veel geïnd is.
Ook de waterschappen voeren dit jaar een nieuw belastingstelsel in. De zuiveringsheffing, waarmee de waterzuivering wordt bekostigd, daalt hierdoor gemiddeld 10 procent (17 euro). In waterschap Reest en Wieden in het oosten van Nederland daalt het tarief met 20 procent het sterkst. In het Groningse Noorderzijlvest stijgt het tarief met 3,8 procent.
Tegenover de meestal lagere zuiveringsheffing staan een hogere ingezetenenheffing en een hogere heffing gebouwd. De ingezetenenheffing stijgt gemiddeld 43 procent (18 euro). Deze stijging varieert van 10 procent in de Krimpenerwaard tot 132 procent in Vallei en Eem.