„Geest staat tegenover zelfgemaakte retoriek”
„In onze emotiecultuur moeten we de geesten leren onderscheiden. Wat is in overeenstemming met het Evangelie van Christus, en wat is zelfgemaakte retoriek? We moeten oppassen voor allerlei psychische mechanismen, waarbij de mens zichzelf opwerkt tot ervaringen.”
Dat zei prof. dr. T. M. Hofman, hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), zaterdag op de landelijke ambtsdragersconferentie van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Zo’n vijftig ambtsdragers kwamen naar Nijkerk om stil te staan bij het thema ”De verhouding van Woord en Heilige Geest”.De hoogleraar benadrukte dat het voor het omgaan met allerlei vragen en ontwikkelingen allereerst van belang is voor de ambtsdrager om zicht te krijgen op „Bijbelse grondlijnen en fundamenten.”
Hofman: „De verleiding is groot om te blijven steken in discussies over symptomen en overwaaiende trends. Ook in het Nieuwe Testament was er vaak meer aandacht voor het bijzondere dan voor het gewone. Mensen zochten Jezus op om Zijn wonderen en Paulus kreeg kritiek op zijn prediking door tegenstanders die een veel „spectaculairder” Evangelie hadden. Het gaat er echter om dat we zicht krijgen op de basis.”
De Apeldoornse hoogleraar typeerde het werk van de Geest als „stil en dienend.” „De Geest is nooit schreeuwerig of protserig. Alle licht valt op de Gezondene van de Vader en het heilswerk dat in Hem is gegeven.”
Prof. Hofman: „De Geest brengt geen eigen, losstaande geluiden en heeft geen eigen programma. De vertroosting door de Geest ligt in de kruiswonden van onze Heere en Heiland.”
De nieuwtestamenticus gaf enkele praktische uitgangspunten voor het gemeenteleven. Onder andere toetsing van profetie is van groot belang, aldus de hoogleraar. Ook stelde hij dat er bereidheid moet zijn tot zelfkritisch onderzoek: „Hoe komt het dat er zo’n enorme voedingsbodem lijkt te zijn voor allerlei „geestesuitingen?”
Er moet weer gewerkt worden aan echte kennis van het Woord, bepleitte de hoogleraar. Een gereformeerde kerkdienst hoeft niet in de eerste plaats „leuk” te zijn, maar er moet bediening van het Woord plaatsvinden.”
Ook aandacht voor de rijkdom van gezonde geloofservaring is van belang, volgens de hoogleraar. „Volgens de Dordtse Leerregels is het vernieuwende werk van de Geest niet minder dan een opwekking uit de doden; dat is toch wel spectaculair te noemen.”
De „uitstorting” van de Geest wijst in dit kader op de overvloedigheid die er bij God is: niet een enkele druppel, maar stromen van zegen. „De Heilige Geest doet ons de liefde van God werkelijk ervaren.”