Talent of taak
Spandoeken met aan de Bijbel gerelateerde teksten heb je in soorten en maten. Terwijl ik weer eens alle tijd nam om een beetje file te rijden op de A50, viel mijn oog op een spandoek van de enige drogist die mij aanspreekt (overigens niet vanwege pilletjes en zalfjes): Maak werk van je talent bij Kruidvat.
Een verwijzing naar de bekende gelijkenis. De gelijkenis van de talenten lijkt sowieso een feelgoodstory. Het past bij wat we willen. Jezelf ontplooien. Het is een Bijbelse richtlijn in het decaangesprek. Geen mbo-opleiding als je hbo kunt. Geen zesjescultuur.De gelijkenis vormt een aanknopingspunt als de therapeut een persoon met een negatief zelfbeeld tegenover zich heeft zitten. Je mag er zijn. Je bent wie je bent. Vijf talenten, of twee, of een, het maakt niet uit, je bent waardevol. Waardevol voor God. Een parel in Gods hand.
De gelijkenis is ook een handige gewetensusser voor de ondernemer die zestig uur maakt. Je moet woekeren met je talenten.
Kortom, een waardevolle gelijkenis: toegankelijk, bruikbaar voor het dagelijks leven. Een Bijbelgedeelte waarover je ook met niet-christenen kunt spreken. Je bent het eens: zorg voor een goede ontplooiing van je talenten. Investeer in jezelf. Je bent je eigen project.
Forse deuk
Wie de moeite neemt om de gelijkenis uit te lezen, stuit plotseling op een heftige passage. De laatste woorden zijn: knarsing der tanden. Dat is een forse deuk in het beeld dat deze gelijkenis zo goed bij ons denken en ons leven past.
Het hele verhaal eindigt in de hel. Die consequentie gaat wel erg ver. Dat verbind je nu niet direct met een leerling die zijn best niet doet op school. Of met een werknemer die een beetje lui is. Je zou bijna zeggen: die ene dienstknecht had gelijk. Het is een hard heer. Hij werpt zijn dienstknecht, die zijn geld gewoon had bewaard, dan toch maar in de buitenste duisternis, waar wening is en knersing der tanden. Lastig uit te leggen aan je ongelovige collega. Het slot van de gelijkenis schudt je wakker.
Vanuit dit slot verandert de gelijkenis opeens. De gelijkenis staat, zoals heel Mattheüs 24 en 25, in het kader van het laatste oordeel!
Als we straks voor de rechterstoel staan, zullen we geoordeeld worden over ons leven. Dat kan niet zijn: het ontplooien van je talenten. Als we dat zouden geloven, waren we aan de humanisten overgeleverd. Dan zou de moeder die met een academische opleiding thuisbleef om haar kinderen op te voeden, een minpunt hebben. Dan zou de getalenteerde voetballer die bij een Europese topclub wist te komen, goede keuzes hebben gemaakt.
Iedere uitleg die deze gelijkenis wegtrekt uit het felle licht van hemel en hel, komt van de vorst der duisternis.
Grote schat
Als je vanuit het slot het begin terugleest, valt het ineens op dat de heer talenten uitdeelt naar ieders vermogen, ieders bekwaamheid. Alleen dit al moet ons duidelijk maken dat je deze geldbedragen niet kunt vereenzelvigen met wat wij talenten noemen. De talenten zijn geen persoonlijke gaven, maar taken. Iedere knecht krijgt naar zijn vermogen een stukje van dat koninkrijk te beheren. Taken die verschillen in omvang en niveau.
Deze gelijkenis heeft betekenis voor mensen die een relatie met de heer van het koninkrijk hebben. Zij krijgen goederen van dat koninkrijk in beheer om daarmee aan de slag te gaan. Het is een gelijkenis voor kerkmensen, die in een wereld vol duisternis weten van het Licht der wereld. Die de goede boodschap voor de grootste der zondaren ontvangen hebben. Dan heb je een taak. Dan vertrouwt de Heere je wat toe. Dan verwacht de Heere dat je iets doet met deze grote schat. Op de plaats die je krijgt in Gods voorzienigheid. Het gaat daarbij niet om presteren, maar om getrouwheid. Om liefde tot de heer. Om de daadkracht van het verlangen naar de komst van het koninkrijk. Om te doen wat je kunt voor de doorwerking van het Evangelie.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken, dat de gelijkenis ook iets zegt over beroepskeuze. Elke beroep is goddelijk, zeggen we. Oké. Maar als je nu op grond van je competenties en belangstelling, (die uiteraard ook onder Gods leiding vallen) kunt kiezen tussen ontwerper of maatschappelijk werker, tussen accountancy of onderwijs? Stel dat het belang en de goederen van de heer je zwaar zouden wegen, dat de liefde voor Gods Koninkrijk je leven en denken zou doortrekken. Zou je dan niet kiezen voor het beroep dat je het meest in de gelegenheid stelt om handel te drijven met het kapitaal van het Koninkrijk van God? Bouw je dan niet liever aan de ark dan aan de toren van Babel?
Luiheid
Wie is de luie dienstknecht? Ik denk: degene die zonder ernstig gebed nee zegt, als God in Zijn voorzienigheid hem of haar de gelegenheid biedt handel te drijven met het Woord: als leider van de jeugdvereniging, als medewerker aan de kinderevangelisatie, ambtsdrager in de kerk, vrijwilliger in de ouderenzorg. Zomaar nee zeggen lijkt mij begraven van het gekregen talent. De consequenties voor deze luiheid zijn onthutsend.
Het is de moeite waard om bij deze gelijkenis stil te staan. Om de ernst van de straf. Maar vooral om de vreugde van het dienen. De ervaring is daarbij dat niemand hoeft te wachten op een entree in de hemel om iets te beleven van de vreugde van het dienen van de Heere.
Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl.