„Iraakse oppositie kan regime niet omver werpen”
Zelfs met de hulp van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is de Iraakse oppositie niet in staat het regime van Saddam Hussein omver te werpen. Dat heeft vice-premier Tarek Aziz donderdag verklaard.
„Nog nooit in de Iraakse geschiedenis is een verandering in de regering veroorzaakt door Washington en Londen. De verandering kwam van binnenuit, van krachten in Irak, zoals dat gebeurde in 1941, 1958, 1963 en 1968”, verwees Aziz naar staatsgrepen in het recente verleden.
Ongeveer driehonderd oppositieleden kwamen in december in Londen bijeen om een comité te vormen van 75 mensen, die vorming van een regering „na de val van Saddam Hussein” moeten voorbereiden. Dat comité komt op 15 januari voor het eerst bij elkaar.
„Ze kunnen niets doen in Irak”, voorspelde Aziz. „Het is dom en belachelijk. Ons volk is trots op zijn onafhankelijkheid en zijn soevereiniteit. Waarom zou het accepteren dat collaborateurs op de Amerikaanse tanks klimmen om Irak te besturen?”
De Amerikaanse president Bush heeft het Pentagon gevraagd om 92 miljoen euro om de oppositiegroepen te steunen met militaire middelen en training.
De wapeninspecteurs van de VN hebben donderdag voor het eerst Tikrit bezocht, de geboorteplaats van Saddam Hussein en zijn machtsbasis. De stad, die ongeveer 200 kilometer ten noorden van Bagdad ligt, telt enkele belangrijke militaire installaties en heeft een belangrijke functie bij de verdediging van Bagdad.
De inspecteurs bezochten op de tweede dag van het nieuwe jaar nog vier andere plaatsen, waaronder de militaire basis Tayi, een van de belangrijkste in Irak.