De moord leidde destijds tot grote verontwaardiging in Den Haag. P. heeft het slachtoffer waarschijnlijk willekeurig gekozen. De veroordeelde zei zelf zich niets meer van de schietpartij te herinneren.

Justitie denkt dat man zijn frustratie afreageerde, omdat een vrouw hem had afgewezen. Vervolgens kreeg hij ook ruzie met de eigenaar van Grand Café Cetto’s Place. De rechters constateren dat P. naar het café kwam om wraak te nemen op personen die hij associeerde met Cetto’s Place.

De rechtbank rekent het P. zwaar aan dat hij op 27 mei omstreeks 23.45 uur heeft geschoten op de hem totaal onbekende Hertogs. Nadat het slachtoffer op de grond was gevallen, is P. op hem toegestapt en heeft hij vanaf korte afstand nog een paar keer gericht op de 20-jarige man uit Den Haag geschoten.

Door na het eerste schot een nieuwe serie schoten op de dan al bewegingloos op de grond liggende Hertogs af te vuren, blijkt dat het slachtoffer weloverwogen en in koelen bloede om het leven is gebracht. Daarom heeft P. zich schuldig gemaakt aan moord, concludeert de rechtbank.

Volgens de rechters blijkt verder uit een psychologisch en een psychiatrisch onderzoek dat er bij P. tijdens het plegen van het misdrijf geen sprake was van een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis. Daarom achtten zij de verdachte volledig toerekeningsvatbaar.