Plasterk: Houd intakegesprek met hbo-student
De Christelijke Hogeschool Ede (CHE) moet er serieus over nadenken een toelatingsgesprek met aankomende studenten te houden om helder te krijgen of zij voor de juiste opleiding kiezen. Studenten die na het eerste jaar afhaken, kosten de samenleving te veel geld.
Die boodschap liet minister Plasterk van Onderwijs donderdagmorgen achter bij zijn werkbezoek aan de opleiding verpleegkunde van de CHE. Het uitvalpercentage bij deze studie op de Edese hogeschool is 16 procent. Volgens Plasterk is dat in vergelijking met andere hogescholen niet hoog. Toch maande hij de CHE meer werk te maken van het selecteren van studenten voordat zij binnenkomen.„Maak studenten tijdens een intakegesprek duidelijk wat hen zowel qua theorie als praktijk te wachten staat. Hoe helderder dat beeld is, hoe beter studenten kunnen kiezen.”
CHE-medewerkers vertelden de minister dat er in het verleden toelatingsgesprekken werden gehouden, maar dat die zijn afgeschaft. „Deze gesprekken gingen vooral over de identiteit van de hogeschool”, aldus Henk Sikking, opleidingsmanager verpleegkunde.
Volgens CHE-voorlichter Arjan van Vugt kostten de gesprekken te veel tijd en geld. „We hebben elk jaar 1200 nieuwe studenten. Als je een goed beeld wilt krijgen, heb je gauw een halfuur per student nodig. Dat is in totaal 600 uur. Dat kunnen we organisatorisch en financieel niet aan.”
Plasterk was niet onder de indruk van het verweer. „Een student die na het eerste jaar vertrekt omdat hij of zij de verkeerde opleiding heeft gekozen, kost meer geld.” De bewindsman verwees de CHE naar de hogeschool in Rotterdam, „waar ze heel ver zijn met het voeren van intakegesprekken.”
Studenten vertelden de minister dat zij „zo’n 32 uur per week” met hun opleiding bezig zijn. „Dat kan best meer voor een voltijds opleiding”, reageerde de bewindsman. „Verpleegkunde staat toch bekend als een intensieve studie? Je kunt veertig, vijftig uur per week studeren en ook nog tijd overhouden voor een baantje.”
De studenten vroegen de aandacht van de minister voor het grote verschil in stagevergoeding. „Studenten die de MER doen (management, economie en recht, red. ) krijgen 600 euro per maand, bij verpleegkunde is dat 40, 50 euro.” Volgens Plasterk is het vaststellen van de stagevergoeding „primair een zaak van de werkgever”, maar hij beloofde „het punt mee te nemen” naar zijn ministerie.
De bewindsman wilde weten hoe het gesteld is met de medezeggenschap op de CHE. Studenten uit de mr vertelden hem dat zij zich „vooral in praktische zaken” serieus genomen voelen. „Als het om de inhoud gaat, bijvoorbeeld het studieprogramma, hebben we niet veel invloed.”
Hogescholen moeten trots zijn op hun positie, hield de minister de CHE-medewerkers voor. „U leidt op voor prachtige beroepen; 85 procent van de studenten in het hbo vindt binnen enkele weken een baan. Dat is op de universiteiten een stuk lastiger. Waarom dan toch vaak die drang op hogescholen om universiteitje te spelen?”
Gevraagd naar het succes van de CHE, die al vijf jaar als beste hogeschool in de Keuzegids Hoger Onderwijs staat, noemde Plasterk drie redenen: „De kleinschaligheid, de homogene studentenpopulatie en het zelfversterkend effect van een positief imago. Als je eenmaal een goede naam hebt, komen docenten en studenten graag naar jouw school toe.”