Wessel en Ankje Ruwersma uit het Friese Burum gaven onderdak aan Yehudit Levy. Wessel, destijds evenals zijn vrouw in de 50, werkte op een familieboerderij en distribueerde brandstof in de plaatselijke dorpen. Ankje werkte in een kruidenierswinkel in Burum.Nadat de Duitsers in mei 1940 Nederland hadden bezet, kreeg de familie Levy uit Tilburg een deportatiebevel. Jeanne en Alfred Levy besloten een onderduikadres te zoeken voor hun drie kinderen, Miriam, Dan en Yehudit. Met de hulp van een buurman slaagden ze erin een schuilplaats te vinden voor Yehudit in het huis van Wessel en Ankje Ruwersma.

Het echtpaar ontving het kleine meisje met open armen. De twee zorgden voor haar alsof het hun eigen dochter was. De mensen in het dorp kregen te horen dat zij de dochter was van vrienden van wie de moeder ziek was en dat de vader niet in staat was voor haar te zorgen. Om haar Joodse identiteit verder te verbergen, blondeerden ze haar haren.

Yehudit verbleef bij de familie tot de bevrijding. Daarna kwam een tante langs die haar naar haar familie terugbracht. Yehudit beschouwde haar redders als haar ouders en de scheiding was moeilijk. Haar vader kwam om in Auschwitz, maar haar moeder, zuster en broer overleefden de Holocaust. Nadat de familie Levy naar Israël was geëmigreerd, bleven ze in contact met de familie Ruwersma. Yehudit Levy was gisteren ook bij de plechtigheid aanwezig.