Topoverleg in de straat
Het is vergeleken met de problemen die op de vele wereldtoppen van deze week aan de orde komen natuurlijk helemaal geen thema. En toch weer wel. Want muziekoverlast is wel degelijk de zorg van veel Nederlanders, zeker nu tijdens deze eerste fraaie lentedagen de ramen en deuren van de huizen weer opengaan. Hoeveel huisbewoners gaan niet dagelijks gebukt onder een bonkende beat, die door de muren of via de ramen ongevraagd binnenkomt? Als we de statistieken mogen geloven, is te harde muziek al jarenlang nummer één op de lijst van burenoverlast.
Ontegenzeggelijk is waar dat Nederlanders individualistischer zijn geworden en daarmee asocialer. Daar komt bij dat de belevingscultuur waarin we leven het bijna verplicht om de knop van een geluidstoestel naar voluit te draaien. En dan is er nog deze kant: aan het geluisdsniveau en de muziekkeuze is te merken dat veel jongelui overdag alleen thuiszitten. En was het nu maar Bach of Vivaldi die door de straten schalde, dan was het wellicht nog te verdragen.De muziekkeuze van de gemiddelde Nederlander maakt nog iets duidelijk: dat cultuurverschillen al lang niet meer verband houden met verschil in nationaliteit of religie. Rasechte Nederlanders staan wat betreft levensstijl, en dus ook muziekkeuze, even ver van elkaar af als moslims en niet-moslims. Zo veroorzaken de onderaardse geluiden van veel hedendaagse jongerenmuziek een gevoel van volslagen vervreemding tegenover haar consumeerders.
Voor christenen komt daar nog een andere angel bij, omdat de muziek die ze moeten verdragen doorgaans al helemaal niet de hunne is. Dat heeft niet zozeer met smaak te maken, als wel met hun levensbeschouwing, die niet spoort met het extatische gebral van veel wereldse muziek.
Intussen moeten we ervoor waken dat geklaag over muziekoverlast, als zijde onfatsoenlijk en asociaal, niet een verkapte vorm van schelden wordt, die voortkomt uit gebrek aan moed of onmacht om er wat aan te doen. Want wat opvalt is de onbeholpenheid van veel Nederlanders bij het oplossen van dit soort zaken. Meestal is er niet eens sprake van een oplossing, maar wordt een burenrelatie langdurig verpest door schelden en dreigen. En wie zijn of haar klacht helemaal niet ter sprake durft te brengen, betaalt daarvoor een hoge prijs: permanente ergernis en –dat mag ook wel eens gezegd worden– schade aan zijn of haar geestelijk leven.
De anonieme levens die we in Nederland leiden, vormen intussen een zwakke basis om iets als muziekoverlast bij buren ter sprake te brengen. Wie klachten kwijt wil aan zijn buren, moet daarom eerder beginnen. Niet met klagen, maar met het doorbreken van die anonimiteit. Door iets positiefs neer te zetten: een bezoekje, een praatje of een compliment. Geluidsoverlast beëindigen vraagt voor alles afbraak van muren, niet het opbouwen ervan. En als dat dan leidt tot een waardige oplossing, mag je gerust spreken van topoverleg in de straat.
Intussen bewijst de moeite die ook christenen hebben om met een klacht over de brug te komen, dat ze kinderen van hun tijd zijn. Even individualistisch en even onhandig in het communiceren. Maar tegelijkertijd geldt dat ze geroepen zijn om te getuigen van Christus. Leesbare brieven te zijn van Hem tegenover degene die bij uitstek hun naaste is. Eén ding hebben ze mee – als het goed is: ze zijn geoefend in ootmoed en bescheidenheid. Dan zien ze niet alles door de vingers, en stoppen ze om de lieve vrede wil niet hun oren dicht, maar dan hebben ze wel iets in handen waarmee ze de ander kunnen ontwapenen. Want ook als het gaat om het omlaag krijgen van buurmans geluidsknop is één ding van doorslaggevend belang: de toon waarop dat gebeurt.