In Europa is alles mogelijk
Een zwoele avond in een dorpje in Zuid-Sudan. Dat betekent veel ongedierte: muggen en ander gewriemel op de aardbodem. Maar wanneer je er met een aantal Sudanezen zit, houdt het ook gezelligheid in, zeker nadat er wat flesjes cola zijn aangevoerd en het richting de nacht begint te gaan.
Dan buigt een jongeman zijn hoofd wat opzij en vraagt op vertrouwelijke toon: „Hoe kan ik eigenlijk net zo succesvol worden als jullie in Europa? Wat is het geheim?” Hij wacht hoopvol het antwoord af.Daar valt misschien een interessant gesprek van te maken, maar het primaire gevolg is dat er een tamelijk genânte situatie ontstaat. Direct is weer duidelijk dat er in de vrolijke gesprekken helemaal geen sprake was van een gedeeld idee van gelijkwaardigheid. Daarnaast is het natuurlijk volstrekt onmogelijk een antwoord op die vraag te geven. Europa is Afrika niet en het zou ook nogal vermetel zijn na twee dagen Sudan eventjes te vertellen wat daar anders moet.
Dit soort vragen is echter typerend voor met name Afrikaanse jongeren. In hun beeld is Europa de ideale toegangspoort tot een gelukkig leven. In Europa liggen de banen en het geld voor het oprapen. Ze kennen de verhalen van familie en vrienden met succesvolle verwanten in Europa. Er zijn ook genoeg –zo niet meer– verhalen van Afrikanen die in Europa aan lager wal raakten en van meisjes die in de prostitutie belandden, maar dat lijkt nauwelijks door te dringen.
Vooral jonge mannen wagen letterlijk alles om Europa te bereiken. Ze verlaten hun huis en gezin voor een onzekere tocht. Jaarlijks vinden duizenden Afrikanen de dood tijdens een overtocht met wankele bootjes naar Europa. Veel doden worden niet eens geteld, omdat ze verdwijnen in het niets van de zee. Hulpverleners moeten het doen met de verhalen van overlevenden die indicaties geven van het aantal mensen dat aan boord was. Soms zijn er echter simpelweg geen overlevenden en is ieder spoor van de Europagangers verdwenen.
Voor de kust van Libië sloeg een boot met ongeveer 250 vluchtelingen om, terwijl een andere boot met evenzoveel opvarenden gered kon worden. Het heeft er alle schijn van dat er veel te veel mensen op de bootjes zaten. Het is een feit dat veel smokkelaars hun bootjes onverantwoord vol laden. De opvarenden betalen daarvoor ondertussen exorbitante tarieven van meer dan 1000 euro.
De hoeveelheid slachtoffers (er zijn sinds dinsdag al ruim honderd lichamen aangespoeld) voor de kust van Libië brengt de migratieproblematiek weer even scherper op het netvlies. Er komen met de regelmaat van de klok berichtjes binnen van kleinere boten die omslaan, maar die krijgen vaak nauwelijks aandacht. Vanaf de Afrikaanse kustlijn vertrekken er voortdurend nauwelijks zeewaardige bootjes met bestemming Spanje en Italië. Het is nog een wonder dat er zo veel aankomen. Alleen al in Italië kwamen vorig jaar in totaal 35.000 bootvluchtelingen aan.
Hoewel de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) beklemtoont dat het beeld van een massale exodus van jonge mannen uit Afrika geen recht doet aan de werkelijkheid, kunnen de aantallen vluchtelingen moeilijk worden weggeredeneerd.
De wens van veel Afrikanen om naar Europa te gaan, valt hen ook niet kwalijk te nemen. Een paar vergelijkingen zeggen voldoende. Terwijl de levensverwachting in Europa 80 jaar is, ligt die in Afrika beneden de Sahara op 47 jaar. In Europa heeft 98,9 procent van de bevolking primair onderwijs gevolgd, in Afrika niet meer dan 65 procent.
De (illegale) migratie naar Europa zal niet oplossen zolang er grote welvaartsverschillen blijven bestaan. Het beeld dat in Europa alles mogelijk is, behoeft echter wel een bijstelling.
Mark Wallet
Reageren aan scribent? buza@refdag.nl.