Een nieuw jaar
Precies een jaar geleden werd de euro ingevoerd in het dagelijkse betalingsverkeer. Inmiddels is bijna iedereen eraan gewend. Althans aan de nieuwe munten en biljetten.
(Of iedereen ook het bij de nieuwe geldeenheid behorende maatgevoel heeft verworven, is een andere zaak. Omdat de bedragen gehalveerd zijn, geven velen hun euro’s te makkelijk uit en merken dan in de loop van de maand dat ze tekortkomen.
Bij het begin van dit jaar is er geen sprake van de invoering van een nieuwe geldeenheid en ook niet, zoals in 2001, van een nieuw belastingstelsel. Het jaar daarvoor gingen we een nieuw millennium in. Uiteraard stond de jaarwisseling toen vooral in dat teken.
In de vroegere agrarische samenlevingen was de datum van 1 januari veel minder van belang dan tegenwoordig. De seizoenen bepaalden het levenspatroon. De winter was een rustperiode waarin niet veel gedaan kon worden. In de zomer en het najaar werd de oogst binnen gehaald. Daar moest men het van hebben.
Met het teruglopen van de agrarische bedrijvigheid speelt dit seizoenspatroon steeds minder een rol in onze maatschappij. Toch sluiten de traditionele bid- en dankdagen daar nog steeds bij aan. Maar ook in hedendaagse agrarische wereld wordt de betekenis van de seizoenen geringer.
Voor het onderwijs (van basisschool tot universiteit) geldt dat in augustus/september het nieuwe cursusjaar begint dat tot de zomer doorloopt. Dat hangt duidelijk samen met het vakantiepatroon.
In juli en augustus ligt het openbare leven stil. Was het een eeuw geleden nog heel gewoon om eind juli kamerverkiezingen te houden, nu zou dat vanwege de afwezigheid van veel kiezers op grote bezwaren stuiten.
Eén januari is thans bij uitstek een datum waarop veel wetten en overheidsmaatregelen van kracht worden. Dat geldt met name voor fiscale onderwerpen, zoals ditmaal de inperking van het spaarloon. Maar de accijnzen op benzine en diesel gaan eveneens per 1 januari omhoog, hoewel er minder reden is om dat met ingang van een nieuw kalenderjaar te doen.
Per 1 januari 2003 is ook het erfrecht ingrijpend gewijzigd. Voor het eerst in driekwart eeuw. De positie van de achterblijvende echtgenoot of echtgenote wordt versterkt ten nadele van de kinderen.
Voorheen konden echtparen datzelfde effect bereiken door het in hun testament vast te leggen. Nu kan men zich de gang naar de notaris (en de daarbij komende kosten) besparen.
In het verleden werd het erfrecht in hoge mate gedomineerd door de gedachte dat het familievermogen van de ene generatie naar de andere moest worden doorgegeven. Het belang van de langstlevende kwam daarbij op de tweede plaats. Thans zijn die verhoudingen omgedraaid. En terecht.
In het nieuwe jaar wordt ook een verbod op tabaksreclame van kracht. Rookwaar mag alleen nog maar verkocht worden aan personen van 16 jaar en ouder. Maar of dat veel helpen zal is zeer de vraag. Ondanks alle waarschuwingen en verboden is en blijft er een harde kern van rokers die voortdurend vanuit de jongere generatie wordt aangevuld.