Nieuw front in Ivoorkust
Opstandelingen in het westen van Ivoorkust hebben woensdag een nieuw front geopend. De rebellen voerden volgens inwoners een aanval uit vlakbij de grens met Liberia, op maar 200 kilometer van de havenstad San Pedro, die van cruciaal belang is voor de cacao-export.
De nieuwe aanval is bovendien ook zo’n 200 kilometer ten zuiden van alle gevechten tot nu toe, zodat er sprake is van een grote uitbreiding van de frontlinie. De oorlog in Ivoorkust laaide op na een mislukte staatsgreep op 19 september tegen president Gbagdo. Inmiddels zijn er drie rebellengroepen actief.
De rebellen vielen vanuit het buurland Liberia een plantage aan bij de plaats Neka, zei een medewerker van de plantage. Ook de plaats zelf viel in handen van de rebellen. Volgens de zegsman waren veel van de overvallers Liberianen.
Een woordvoerder van Volksbeweging voor het Verre Westen van Ivoorkust zei per telefoon dat Neka was gevallen zonder strijd. „De soldaten, mariniers en politiemannen besloten naar ons over te lopen.” Hij voegde daar aan toe dat de beweging nu oprukt naar San Pedro. Dit kon niet van onafhankelijke zijde worden bevestigd.
Elke poging van Neka in zuidelijke richting op te trekken, zal de rebellen oog in oog brengen met de 2500 Franse militairen die in Ivoorkust zijn ter bescherming van de buitenlanders. Vele honderden Franse soldaten bevinden zich in San Pedro, waar veel buitenlandse werknemers verblijven in verband met de cacaoproductie.
Bij een luchtaanval van een Mi24 gevechtshelikopter van het regeringsleger op de plaats Menakro, een dorp ongeveer 100 kilometer ten noorden van de hoofdstad Yaaoussoukro, zijn elf burgers om het leven gekomen. Een onbekend aantal mensen raakte gewond, zei een Franse militaire woordvoerder.
Het plaatsje is in handen van de opstandelingen en bevindt zich een dertigtal kilometers achter de bestandslijn. De Franse zegsman sprak van „ontoelaatbare en onverdraaglijke aanvallen.” Hij zei te verwachten dat de luchtaanval „onvermijdelijk gevolgen zal hebben.” Franse ooggetuigen ter plaatse zeiden dat de dorpelingen werden beschoten „alsof het konijnen waren.”
De belangrijkste groep opstandelingen, die het noorden van het land in handen heeft, sloot in oktober een bestand met de regering van Gbagdo, waardoor er een periode van rust intrad. Maar een maand later doken er plotseling twee groepen op en braken er nieuwe gevechten uit.
De regeringsaanval op Menakro dreigt nu het bestand op te blazen. Een woordvoerder van de opstandelingenbeweging MPCI veroordeelde de vermeende „betrokkenheid van de Franse militairen, belast met de handhaving van het bestand.”