De Hoop Scheffer liep vooruit op de Afghanistantop in Den Haag en de NAVO-top vrijdag en zaterdag in Straatsburg. De NAVO-topman wil dat de westerse wereld meer militairen en andere hulp aanbiedt voor de strijd in Afghanistan.„Iedereen moet zijn bijdrage leveren. Ik wil niet dat de missie uit balans is. Als het niet militair kan, dan civiel om bijvoorbeeld de verkiezingen in augustus te helpen organiseren.”

De NAVO heeft haar troepenmacht ISAF al vertienvoudigd, van 5581 in de zomer van 2003 naar 56.420 militairen vorige maand. Dat is momenteel nog niet genoeg, zei De Hoop Scheffer. Voor de komende presidentsverkiezingen komen er nog minstens vier bataljons bij, evenals een groot fonds om politietraining en wederopbouw te betalen.

De NAVO-topman is „niet pessimistisch” dat hij de vier bataljons kan verzamelen. De Nederlanders, Polen, Italianen en Britten hebben al versterking toegezegd.

Het Westen ondervindt nog steeds veel tegenstand in bepaalde gebieden. De Amerikaanse president Barack Obama presenteerde vorige week daarom een nieuwe strategie. De Hoop Scheffer prees deze nieuwe aanpak, waarbij de buurlanden van Afghanistan worden betrokken bij de wederopbouw van het land. „Een hele stap voorwaarts”, zei De Hoop Scheffer. „Het Westen kan het niet alleen. Het betrekken van buurlanden bleek ook in de Balkan heel succesvol.”

Minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) denkt dat de Afghanistantop een betere balans zal opleveren tussen militaire en civiele activiteiten in dat land. Het gaat er volgens hem vooral om dat er zichtbare resultaten komen in de ontwikkeling van het land, maar wel met de inbreng van de Afghanen zelf.

Dat zei de minister gisteren aan de vooravond van de top. Volgens Koenders is het vooral belangrijk dat de VN in Afghanistan (Unama) samen met de Afghaanse regering gaan optreden als de coördinator van de civiele activiteiten in alle provincies. Die positie hebben de VN nu nog niet, aldus Koenders.

De VN moeten volgens hem de politieke ontwikkelingen en de wederopbouw harmoniseren. Daarbij moet er oog zijn voor de rol van de buurlanden en voor de justitiële sector en de mensenrechten, aldus Koenders.