De Amerikaanse president Barack Obama stelde maandag harde eisen aan de twee noodlijdende Amerikaanse autoproducenten die verlegen zitten om extra overheidssteun.Obama liet weten dat „wij de Amerikaanse autoindustrie niet zomaar laten verdwijnen", maar onderstreepte dat GM en Chrysler en de werknemers van de bedrijven nog veel meer „pijnlijke concessies" zullen moeten doen om economisch levensvatbaar te worden. De plannen die de ondernemingen eerder bij Washington hadden ingediend om in aanmerking te komen voor extra staatssteun zijn niet sterk genoeg, aldus Obama.

De ondernemingen zullen zich zelf zo moeten hervormen dat ze zonder „de oneindige stroom van belastingdollars" kunnen overleven, aldus de president. Voor GM betekent dat een „fundamentele hervorming" waaraan het bedrijf de komende weken moet gaan werken. Dat zal gebeuren in samenwerking met een speciale commissie van de Amerikaanse regering.

Het vertrek van GM–directeur Rick Wagoner is een teken dat GM een „nieuwe visie" nodig heeft, zo liet Obama weten. Maandagochtend werd al bekend dat Wagoner gedwongen is om op te stappen. De regering heeft overigens „geen belangstelling of plannen" om de leiding bij GM over te nemen.

Chrysler zal volgens Obama op zoek moeten naar een partner om te kunnen overleven. De autofabrikant voert al besprekingen hierover met het Italiaanse Fiat. De twee partijen zullen binnen dertig dagen alle hordes moeten nemen en tot een akkoord moeten komen. Chrysler krijgt van Washington het geld om deze dertig dagen door te komen. Als er daarna geen plan voor een partnerschap op tafel ligt „kunnen wij niet langer belastingdollars gebruiken om Chrysler overeind te houden", aldus Obama.

Mogelijk zullen de twee bedrijven tijdelijk bankroet moeten aanvragen om de problemen waarin zij verkeren te overwinnen. Op deze manier kunnen GM en Chrysler een deel van de oude schulden die zij meedragen kwijtraken. De productie gaat daarbij intussen gewoon door, verzekerde Obama.