Buitenland

Het Braziliaanse probleem van Japan

Van een afstand lijkt de wijk Homi Danchi in de Japanse stad Toyota op veel andere Japanse nieuwbouwwijken uit de jaren zeventig. Grijze flats, volle parkeerplaatsen, kronkelende wegen en wat groen. Maar loop de wijk in en je waant je in Zuid-Amerika. Felgekleurde reclameborden prijzen waren aan in het Portugees, een supermarkt ligt vol Braziliaanse waren en op een schoolbus staat in het Portugees de naam van de school.

Van onze correspondent
30 March 2009 10:30Gewijzigd op 14 November 2020 07:36
TOYOTA – De meeste inwoners van de ‘Braziliaanse’ wijk Homi Danchi van de Japanse stad Toyota zijn werkzaam in een van de reusachtige Toyota­fabrieken. Foto: EPA
TOYOTA – De meeste inwoners van de ‘Braziliaanse’ wijk Homi Danchi van de Japanse stad Toyota zijn werkzaam in een van de reusachtige Toyota­fabrieken. Foto: EPA

Het niet-Japanse karakter wordt nog sterker benadrukt in de flatgebouwen zelf. Veel bewoners hebben weliswaar Aziatische gezichten, maar ze kleden zich in fellere kleuren en gedragen zich anders – aanhaliger, luider. Op de muren van de trappenhuizen prijkt graffiti, iets wat je in Japanse flats nooit ziet.Het is een stukje buitenland in hartje Japan. En het resultaat van een merkwaardige remigratie.

In 1907 sloot Brazilië een overeenkomst met Japan die emigratie van Japanners toestond. De timing was perfect voor beide landen. Brazilië kampte met een groot tekort aan arbeiders op de voor het land zo belangrijke koffieplantages. In Japan daarentegen was er enorme armoede.

Op 18 juni 1908 zetten de eerste Japanse immigranten voet op Braziliaanse bodem. Juist die dag werd het ”festa juninha” gevierd, een belangrijk Braziliaans feest. De Japanners zagen het als welkomstfeest en voelden zich onmiddellijk thuis.

De Brazilianen waren ook onder de indruk. Een immigratieambtenaar verbaasde zich erover dat 70 procent van de Japanners kon lezen en schrijven. Hij noemde het „een in het oog lopend contrast met onze Braziliaanse arbeiders.” Iedereen had ook „schone kleren” en „schone lichamen”, viel hem op.

Wat hem vooral beviel was dat de Japanse immigranten Europese kleding droegen, „gekocht in Japan en gemaakt in Japanse fabrieken.” In zijn ogen plaatste het de Japanners in een Europese categorie, met de daaraan verbonden hogere sociale status.

Brazilië beleefde een ware explosie van Japanse immigratie. Toen het eindelijk begon op te houden, rond 1960, hadden meer dan 220.000 Japanners de oversteek gemaakt. Brazilië heeft nu zo’n 1,5 miljoen inwoners van Japanse afkomst.

Het nieuwe leven was keihard, maar de sterke Japanse arbeidsethos bracht hun snel groot succes. In 1936 produceerden Japanse boeren in Brazilië 46 procent van het katoen, 57 procent van de zijde en 75 procent van de thee. Zij vertegenwoordigden nota bene minder dan 3 procent van de bevolking.

Tachtig jaar werden de rollen omgedraaid. De Braziliaanse economie lag in duigen. Japan daarentegen bleef maar groeien. Japanners wilden echter het zogenaamde ”3k-werk” –gevaarlijk (”kiken”), smerig (”kitanai”) en zwaar (”kitsui”)– niet meer doen.

Fabrieken hadden een enorm tekort aan werknemers en de Japanse overheid zag immigratie als enige uitkomst. Maar er was grote angst voor buitenlanders. Tokio besloot daarom de nakomelingen van de emigranten uit te nodigen. Met hun Japanse afkomst en hun middenklassestatus zouden ze gemakkelijk integreren, was de gedachte.

In 1990 mochten Braziliaanse Japanners tot aan de derde generatie in Japan aan de slag. Zij grepen hun kans. Er zijn nu meer dan 300.000 Brazilianen in Japan.

Met de eerste golf van Braziliaanse Japanners liep alles op rolletjes. Het succes van de eerste groep verleidde velen om ook naar Japan te gaan. „In de volgende groepen”, zegt een immigrant, „zaten echter veel mensen die enkel een middelbareschoolopleiding hadden en vaak ook geen duidelijk doel voor ogen hadden.”

Zij spraken nauwelijks tot geen Japans en hadden moeite met de enorme cultuurverschillen. Het hielp niet dat Brazilianen zich begonnen te concentreren op een paar plekken. Vooral de autofabrieken van Toyota trokken veel Brazilianen aan. Deze vestigden zich bijna allemaal in de wijk Homi Danchi.

In de wijk is vrijwel de helft van Braziliaanse afkomst. De ogenschijnlijk gemakkelijke integratie bleek een naïeve droom. Een groot aantal Brazilianen maakte te veel lawaai, hielp niet mee de wijk schoon te houden. Velen stuurden hun kinderen zelfs niet naar school. Er is nu een grote groep kinderen die taalproblemen heeft. Homi Danchi werd hét symbool van ondoordacht immigratiebeleid.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer