„De Balkan is een deel van Europa en van strategisch belang voor ons", zei minister Karel Schwarzenberg van huidig EU–voorzitter Tsjechië na afloop van informeel beraad in het Zuid–Tsjechische Hluboka Nad Vlatou. Ook de landen die toenadering zoeken tot de EU – Albanië, Bosnië, Kroatië, Macedonië, Montenegro en Servië – waren daar aanwezig.Het verdrag van Lissabon, zoals het nieuwe EU–verdrag officieel heet, is onder meer bedoeld om de EU geschikt te maken voor verdere uitbreiding. De Balkanlanden vrezen dat hun toetreding in gevaar komt als het verdrag voorlopig niet in werking treedt.

De kans op dat laatste is allerminst denkbeeldig. Naast Ierland, waar in het najaar een tweede referendum plaatsvindt, moet Tsjechië het verdrag nog goedkeuren. Door de kabinetscrisis in dit land dreigt het ratficatieproces verder vertraagd te worden. De Tsjechische goedkeuring was toch al onzeker, omdat de eurosceptische Tsjechische president Vaclav Klaus het verdrag ook moet ondertekenen.

Schwarzenberg probeerde zaterdag de onrust te bezweren. Volgens hem loopt de Tsjechische ratficatie geen gevaar. Hij wees erop dat Klaus heeft beloofd te tekenen als het Tsjechisch parlement ermee instemt en ook de Ieren akkoord gaan.

Minister Maxime Verhagen onderstreepte bij het EU–beraad nog eens dat Nederland zich tegen nauwere banden van de EU met Servië blijft verzetten zolang dit land niet beter samenwerkt met het Joegoslavië–tribunaal. Volgens Verhagen kreeg hij in zijn opstelling steun van Duitsland, maar een diplomaat die niet geciteerd wilde worden, spreekt dit tegen. Verhagen zou door de andere EU–ministers juist zijn aangesproken op zijn onverzettelijke houding tegenover Servië.