Effect prediking niet los van gesteldheid psyche
Heeft de ontvankelijkheid of weerbarstigheid van het menselijk hart voor het Woord van God alleen te maken met geestelijke factoren, zoals het werk van de Heilige Geest, of speelt ook iemands psychische gesteldheid mee? Hoe kun je vandaag de gereformeerde bevinding combineren met psychologische inzichten?
Over deze en andere vragen werd vrijdag in Amersfoort een studiedag belegd door Areopagus, het in 2008 begonnen centrum voor contextuele en missionaire prediking van de IZB. Het centrum richt zich op inhoudelijke verdieping van de prediking en verfijning van communicatieve vaardigheden van de predikant.De studiedag met als titel ”Heilige grond: God, preken en de psyche van de hoorders” werd belegd ter gelegenheid van de verschijning van het eerste deel van een serie boeken over de prediking. Dr. Hanneke Schaap-Jonker bewerkte haar dissertatie over de rol van de psyche van de hoorder onder de prediking tot het boek ”Ruimte voor de hoorder”. Na haar toelichting op het boek ging dr. P. J. Visser, medewerker van Areopagus en hervormd predikant te Den Haag, in op het geestelijke belang van de psychologische benadering en sprak ds. A. J. Zoutendijk, hervormd predikant te Utrecht, over de psyche van de hoorder en de gereformeerde bevinding.
Volgens Schaap-Jonker hangt de betekenis van een preek voor een hoorder voor 50 procent af van de psyche of „binnenwereld” van de hoorder. Ze pleitte er daarom voor dat de predikant zijn taal daarop afstemt: onderzoek als predikant niet alleen de tekst, maar ook de hoorder. „Denk na over welk godsbeeld de hoorders hebben en over hoe ze daar onderling in verschillen.” Verder moet de predikant zich volgens haar bewust zijn van zijn „priesterlijke functie.”
Geestelijk belang
Dr. Visser ging in op het geestelijk belang van de psychologische benadering. Volgens de predikant en missioloog is het verlangen van de moderne mens om in het hart geraakt te worden een legitiem verlangen: „Het is niet eerlijk om dat verlangen onmiddellijk te scharen onder postmodern levensgevoel waaraan we niet moeten toegeven. Dat is in strijd met de traditie, waarin gepleit is voor Schriftuurlijk-bevindelijke prediking. Dat was een prediking waarin je werd opgezocht, aangeraakt en gevoed.”
Volgens dr. Visser werd de boodschap ook in de Bijbel in verschillende situaties op verschillende manieren gebracht: „De Heere Jezus kon in Johannes 3 tegen Nicodemus zeggen dat hij wederom geboren moest worden, maar in het volgende hoofdstuk begint Hij tegen de vrouw over een glas water. Nicodemus zou zijn schouders hebben opgehaald als hem om een glas water werd gevraagd, en de vrouw zou niets begrepen hebben van wat Jezus tegen Nicodemus zei. Het gaat op een verschillende manier om hetzelfde.”
Ds. Zoutendijk trok in zijn lezing een lijn van de nieuwe aandacht voor de verschillende psychologische achtergronden van hoorders naar de methode van de kenmerkenprediking van onder andere Smijtegelt. „Smijtegelt had oog voor de verschillen in beleving van zijn hoorders. De kenmerken hadden een kritische, maar vooral helpende functie. De keerzijde is dat ervaringen gesystematiseerd kunnen worden tot een keurslijf.”
Volgens de predikant kan de prediker de gereformeerde bevinding vandaag combineren met psychologische inzichten, door te proberen ruimte te geven aan zijn hoorders. „Hoorders hebben bijvoorbeeld behoefte aan de ruimte van het ”nog niet”. Niet alle vragen worden beantwoord. Soms is ons geloof niet meer dan dat onze voeten ons naar de kerk dragen, terwijl onze ziel achterblijft. Toch is ook dat geloof, en als je later op zo’n periode in je leven terugkijkt, kun je onder de indruk komen van Gods geduld en de ruimte die er in Hem is.”