Binnenland

Duitsers debet aan dubbele zomertijd

Duitsers en Arabieren hadden ooit de hand in de Nederlandse zomertijd. Inmiddels valt op het nut daarvan best wat af te dingen. Genoemde volken hebben hier ook hun grip wel verloren, maar zomertijd; dat blijft.

Jan Reijnoudt
27 March 2009 11:47Gewijzigd op 14 November 2020 07:36

’s Avonds een uurtje langer zonlicht, dat was in 1977 het doel bij de invoering van de zomertijd. Op die manier kon iedereen het nog zestig minuten zonder kunstlicht stellen. Met de oliecrisis van 1973 nog vers in het geheugen –benzinebonnen en autoloze zondagen– vindt de regering dit een vondst: zet de klok een uur vooruit en het volk verbruikt veel minder elektriciteit. Dat bespaart olie, steenkool of aardgas, net wat de elektriciteitscentrales verstoken.Oost-Europese tijd

Waar een land op aarde ook ligt, zomertijd invoeren betekent eenvoudig: neem voor een aantal maanden de tijd over van het gebied dat ten oosten van je ligt. Daarmee hebben we in Nederland in de zomer sinds 1977 Oost-Europese tijd.

In die situatie verschilt onze kloktijd ruim één uur van de werkelijke zonnetijd. Anders gezegd: het moment van ’s middags 12.00 uur op de klok valt gelijk met een zonnestand en dus zonnetijd van 10.20 uur.

’s Middags staat de zon dan op haar hoogst als de klok hier al 13.40 uur aanwijst. Dat heeft als voordeel een lekker warme tweede helft van de middag. Ook ’s avonds werkt dat door. Bij 22.00 uur op de klok is het nog maar 20.20 uur zonnetijd.

Zomertijd is 25 jaar geleden bepaald geen noviteit. Ook in het begin van de vorige eeuw speelt de overheid al met de tijd. Op 1 mei 1916 heeft Nederland voor het eerst zomertijd. Op 2 oktober van dat jaar gaan we weer naar wintertijd.

Dat ritme bestaat tot de Tweede Wereldoorlog. Dan grijpt de Duitse bezetter in en zet de klok niet minder dan een uur en veertig minuten vooruit. Het ene uur is voor de normale zomertijd, en met die veertig minuten erbij staan de Nederlandse en Duitse klokken ineens gelijk.

In mei 1945 kan Nederland natuurlijk straffeloos afscheid nemen van die Duitse tijd, maar dat gebeurt niet. Op 16 september voert de Nederlandse overheid zonder slag of stoot de Duitse wintertijd in, om tot april 1977 nooit meer iets te veranderen. Als dan opnieuw zomertijd ingaat, betekent dat een sprong van een uur extra, boven de Duitse tijd, die al veertig minuten met onze zonnetijd verschilt.

Daarom heeft Nederland een soort dubbele zomertijd: niet één uur verschil met de tijd die de zonnestand aangeeft, maar een uur en veertig minuten.

Voordeel of niet: op korte termijn valt enige verandering in de nu al ruim dertig jaar bestaande regeling niet te verwachten.

Inmiddels vallen zomer- en wintertijd, net als het geldstelsel, onder Europese regelgeving. Brussel schrijft voor dat Europa op 25 oktober dit jaar de klok weer een uur terugzet.

Mistig

Afgezien van de vraag of het de verwachte energiebesparing oplevert, valt er verder nog wel wat af te dingen op wat nu gemeengoed is in Europa. Het uur dat de samenleving er ’s avonds bij pakt, levert ze ’s morgens in; dan is het dus een uur langer koud, nat en mistig, als dat op een dag het weerbeeld is.

Daar wringt voor boeren, tuinders en het wegverkeer de schoen. Een boer moet een uur langer wachten op droog gewas en een automobilist heeft dezelfde tijd langer last van mist.

Maar, weer of geen weer: voor Brussel staat zomertijd 2010 al vast: van 28 maart tot 31 oktober.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer