Onderzoek zelfdodingen Friesland
GGZ Westfriesland begint in samenwerking met de Vrije Universiteit in Amsterdam met zogenoemde psychologische autopsie na gevallen van zelfdoding bij jongeren.
Het is voor het eerst dat deze van oorsprong Finse onderzoeksmethode in Nederland wordt toegepast, aldus staffunctionaris preventie Niek Kuijper van GGZ Westfriesland.Psychologische autopsie bestaat uit uitgebreide interviews met familie, nabestaanden en vrienden van mensen die zelfmoord plegen. Op basis van de bevindingen wordt een beeld geschetst van de laatste maanden dat iemand in leven was en van het psychisch lijden in die periode, aldus Kuijper.
Volgens hem pleegden tussen 2003 en 2008 negen jongeren in West-Friesland zelfmoord, van wie vier in één jaar. „Die score van dat ene jaar is torenhoog, zeker als je kijkt naar het landelijke cijfer van circa 45 jongeren per jaar die suïcide plegen”, zegt hij.
GGZ Westfriesland hield in de periode van augustus tot december vorig jaar een proef met psychologische autopsie. Die heeft zo veel handvatten opgeleverd, dat de organisatie binnenkort met het advies komt het programma uit te breiden van uitsluitend jongeren tot alle gevallen van suïcide in de regio, aldus Kuijper. Daarnaast is GGZ Westfriesland in gesprek met het Trimbos-instituut, dat verschillende vormen van suïcidepreventie onderzoekt.
Doel van psychologische autopsie is zowel feiten boven tafel te krijgen als aanknopingspunten te vinden voor interventie en preventie. In West-Friesland worden die ingebed in het programma ”Leren signaleren”, dat GGZ Westfriesland aanbiedt aan onder meer scholen, huisartsen en jeugdwerkers om psychische problemen bij jongeren te herkennen.