De rechtbank in Den Haag vindt dat het functioneel parket van het OM, dat de zaak voor de rechter heeft gebracht, op grote schaal, stelselmatig en langdurig de wet heeft geschonden. Dat komt doordat het OM de vertrouwelijke gesprekken niet meteen heeft vernietigd en tegen alle regels in kennis nam van de inhoud.Mogelijk heeft het OM de informatie gebruikt voor het onderzoek, terwijl dat niet mag met dergelijke ’geheimhoudersinformatie’, aldus de rechtbank.

Justitie bewaarde afgetapte telefoongesprekken tussen verdachten en advocaten en nam zonder toestemming van de raadslieden e–mails in beslag. De rechtbank stelt dat er vervolgens e–mails terechtkwamen in mappen van politiemensen die de verdachten zouden gaan verhoren. Mogelijk heeft de politie de informatie gebruikt om deze verhoren te sturen, stelt de rechtbank.

Communicatie tussen advocaten en hun cliënten valt onder het beroepsgeheim van de advocaat. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat wat zij met hun raadsman bespreken tussen hen beiden blijft.

De zaak draait om fraude en oplichting rond de koop en verkoop van tulpenbollen. Het OM verdenkt een 44–jarige man ervan dat hij beleggers in een tulpenbollenfonds voor 85 miljoen euro heeft opgelicht. De zaak rond deze man en twee medeverdachten maakt deel uit van een groter onderzoek naar fraude in de tulpenbollenmarkt. Ook voor de civiele rechter hebben er rechtszaken gelopen.
Welk nadeel de verdachten precies hebben gehad van de handelingen van justitie, is volgens de rechter niet meer na te gaan. Daarom houdt de rechtbank rekening met de mogelijkheid dat zij ernstig zijn benadeeld en heeft ze het OM niet–ontvankelijk verklaard.