Ondanks het arrestatiebevel dat begin deze maand tegen al–Bashir is uitgevaardigd door het Internationaal Strafhof (ICC), is hij voor de derde keer deze week op reis gegaan. Al–Bashir was woensdag op bezoek bij zijn Egyptische ambtgenoot Hosni Mubarak. Maandag was hij bij zijn autoritaire buurman in Eritrea, president Issaias Afeworki.Eerder op donderdag berichtte de entourage van al–Bashir dat hij naar Ethiopië ging, maar dat werd later ontkend. De Sudanese leider hoeft geen arrestatie te vrezen. Van de negen buurlanden van Sudan hebben er vier, Egypte, Eritrea, Ethiopië en Libië, niets van doen met het ICC.

Minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) stelt donderdag in een reactie dat landen die al–Bashir ontvangen zonder hem over te dragen aan het ICC meewerken aan het bestendigen van straffeloosheid. Verhagen wijst erop dat alle landen hun verantwoordelijkheid moeten nemen, omdat de VN–Veiligheidsraad ze daartoe heeft opgeroepen. Het gaat dan ook om de landen die geen partij zijn bij het ICC. Volgens de minister gaat het om verdenkingen van zulke ernstige misdrijven van internationaal belang dat geen enkel land het zich kan permitteren hier overheen te stappen.

In de Arabische wereld heeft alleen Jordanië zich bij het Internationaal Strafhof aangesloten. Egypte heeft zich eerder al verzet tegen het arrestatiebevel, onder meer omdat het vredespogingen in Sudan in gevaar zou brengen. Maandag is er een Arabische topconferentie in Qatar. Sudanese zegslieden stellen dat al–Bashir die topconferentie bijwoont.

Het ICC beschuldigt al–Bashir van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Darfur. In dat gebied woedt al jaren een strijd die in 2003 escaleerde. Volgens de Verenigde Naties kwamen sindsdien naar schatting 300.000 mensen om het leven en vluchtten 2,5 miljoen mensen. Het zou vooral door al–Bashir komen dat het bloedvergieten er zo’n grote omvang heeft aangenomen. Al–Bashir spreekt de beschuldigingen tegen.