Balans en Toevlucht
Oudejaarsdag is traditioneel het moment waarop de balans van het achterliggende jaar wordt opgemaakt. Meestal hebben ondernemers ruim voor die datum al wel helder waar het eindresultaat op uitkomt. En toch kijken zij altijd met enige spanning uit naar de definitieve cijfers. Vallen ze toch nog mee of niet?Ook overheden en burgers blikken terug. Wat waren de verwachtingen aan het begin van het jaar? En wat is daarvan terechtgekomen? Weinigen zullen kunnen zeggen dat het saldo van 2002 zonder meer positief is. Beleggers weten inmiddels dat de beursvloer hard aanvoelt. De aandelenkoersen zijn gekelderd. Er is in economisch opzicht sprake van neergang. En dat is zorgwekkend.
De internationale situatie is er ook niet gunstiger op geworden. Israël, Irak en Noord-Korea zijn spanningshaarden waarbij de wereld haar adem inhoudt. En nog angstaanjagender is het ongrijpbare internationale terrorisme, dat overal lijkt toe te kunnen slaan. Politieke leiders beseffen nauwelijks in staat te zijn zich op aanslagen hiervan voor te bereiden.
De politieke situatie in eigen land geeft eveneens reden tot zorg. De moord op Fortuyn wordt algemeen beleefd als een cesuur. Niemand had verwacht dat in ons ’beschaafde’ land een politieke moord zou kunnen plaatshebben. Dat idee is inmiddels achterhaald. De hoop dat het nieuwe kabinet een halt zou kunnen toeroepen aan de verloedering van de samenleving is ook in rook vervlogen. Weliswaar is de achterliggende maanden veel gesproken over waarden en normen. Maar voorlopig is het: veel gepraat en weinig daad.
Bijna iedereen schudt van tijd tot tijd het hoofd over het geweld op straat en het gebrek aan fatsoen. Iedereen vindt ook dat de normloosheid in de samenleving een halt moet worden toegeroepen.
Maar slechts weinigen lijken te beseffen dat we zelf deel van deze maatschappij uitmaken. Dat we zelf schuld hebben aan de verloedering, wie we ook zijn. In die zin valt de balans van ons leven in 2002 zeker negatief uit.
Maandagavond, als het onweer van vuurwerk losbarst, zal in veel gezinnen de Bijbel opengaan en geluisterd worden naar Mozes, de dichter van Psalm 90. „Heere! Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot geslacht!” In de stilte van de huiskamer wordt het leven op deze wereld dan in een ander perspectief geplaatst. Wat er ook verandert, bij Hem is geen verandering. Hij was er en is er en zal er zijn.
Mozes dichtte deze Psalm nadat God Zich in toorn had uitgesproken over het morren van Israël. Het volk had zojuist de boodschap van de verspieders gehoord dat er in het Beloofde Land Enakskinderen woonden. Het hooggespannen vooruitgangsgeloof van het volk was in één klap weggevaagd. En de oproep van de godvruchtige Jozua en Kaleb om het met de Heere te wagen, had geen resultaat. Het volk kwam in opstand tegen God.
In die situatie doet Mozes een beroep op Gods trouw en herinnert hij zijn volksgenoten aan hun tijdelijkheid. Daarbij verdoezelt hij de zonden van het volk niet. Toch bidt hij om genade, om de liefelijkheid des Heeren en om bevestiging van het werk onzer handen.
Er is bij deze jaarwisseling veel reden tot zorg aan onze kant. De balans van ons maatschappelijk en ons persoonlijk leven valt absoluut negatief uit. Maar dat hoeft niet het enige te zijn. Mozes vraagt of wij mogen leren onze dagen te tellen.
Tellen wil hier zeggen dat we werkelijk met God rekenen. Als die genade in het hart leeft, kunnen we het jaar uit en het jaar in. Want dan hebben we in dit vluchtige, tijdelijke bestaan toch een zekerheid, een Toevlucht Die is van geslacht tot geslacht.