Maatschappelijk hobbyisme kost kapitalen
Er gaat in Nederland veel geld verloren aan maatschappelijk hobbyisme, zoals kinderopvang, welzijnswerk, psychiatrie en sociale woningbouw, stelt ir. Herman van Beijnum MC.
In de publieke opinie bestaat het idee dat de economische malaise ontstond door misstanden in het economische domein: de heb- en graaizucht van een enkele topbestuurder. Echter, de in de media breed uitgemeten misstanden bij grote ondernemingen zijn incidenten die mogelijk een breder moreel verval kunnen duiden, maar ze zijn niet de basis van de huidige malaise.De oorzaak van de economische malaise ligt in een fundamentele verandering in vooral het religieuze en het politieke domein, tijdens en na de eeuw van verlichting. Het klassieke religieuze domein met een verticale oriëntatie, namelijk de verhouding van de mens tot God, kantelde naar een horizontale oriëntatie: socialisme, liberalisme en atheïsme. De plichten van de mens veranderden in de rechten van de mens. Rechten die feitelijk niets anders zijn dan (meestal moreel verwerpelijke) inhoudsloze wensen of behoeften van enkele individuen of belangengroepen.
Vanaf de jaren 70 in de vorige eeuw stimuleerden de politici met veel elan de omslag in het religieuze domein van klassieke ”economische” zingeving in hedendaags maatschappelijk hobbyisme. Er is echter een groot verschil tussen hobbymatige en economische activiteiten.
Echte hobby’s kosten tijd, arbeid en soms zelfs krediet. Een overmaat aan hobby’s is bij voorbaat kansloos. Kiezen tussen hobby en werk is vaak lastig. Dat is zo bij kinderen, volwassenen, bedrijven. Dat is ook zo in de maatschappij. Vooral als er een enorme lobby bestaat voor de vele hobby’s van een enkeling.
Het grote probleem van maatschappelijk hobbyisme is dat het veel kapitaal en arbeid opslokt. Ik twijfel niet aan de noodzaak van gezondheidszorg, onderwijs en defensie. Ik denk vooral aan het pamperen van bepaalde bevolkingsgroepen, feminisme, homofilie, aan het subsidiëren van recreatie, sport, ontwikkelingshulp, aan grote projecten, het bevorderen van echtscheiding, abortus et cetera.
Voor het reguleren en uitvoeren van het maatschappelijk hobbyisme is ook heel wat ambtenarij nodig. Die arbeid en het daarvoor benodigd kapitaal zijn nutteloos, ondanks dat het schijnbaar ook arbeid creëert, zoals kinderopvang, welzijnswerk, luxe psychiatrie én ook sociale woningbouw. Dat levert geen ‘wel’-vaart, hooguit pompt er geld rond.
De politici creëerden voor het maatschappelijk hobbyisme te veel onnodige en overbodige arbeid: geen werkgelegenheid, maar tewerkstelling. Dat kost veel geld. Aan de explosief stijgende staatsschuld en belastingen vanaf de jaren 80 is te zien dat de staat subsidieert met geleend geld, met verplichte belastingen als onderpand. Extra staatsinkomsten waren en zijn het bijdrukken van bankbiljetten en een kunstmatig lage rentestand.
De opbrengsten van het maatschappelijk hobbyisme zijn pover en dus volgt noodzakelijk economische malaise. De tewerkgestelden hebben, als het tegenzit, natuurlijk wel recht op een uitkering. Daar werkten ze immers al jaren voor. Het rendement op het maatschappelijk hobbyisme blijkt zeer pover. De rekening ervan komt bij Jan Modaal.
Gezond boerenverstand
In een normale, gezonde onderneming heeft hobbyisme geen schijn van kans. In het economisch domein zoekt eenieder continu naar de beste manier om schaarse middelen (arbeid, kapitaal) in te zetten. Een activiteit met op voorhand meer kosten (arbeid, rente en aflossing) dan baten gaat niet door. Eindelijk, als er genoeg verdiend is, komt er (financiële) ruimte voor hobby’s. Een goede ondernemer, gezond boerenverstand en een zuinige huisvrouw mijden overbodige hobby’s die leiden tot ongedekte schuld met vage, toekomstige opbrengsten. In het politiek domein was, is en wordt niemand verantwoordelijk voor de gevolgen van (mis)investeringen in maatschappelijk hobbyisme.Momenteel ziet onze regering tewerkstelling en investeringen (stimuleren van maatschappelijk hobbyisme) als oplossing. Helaas! Het versterkt de economische crisis, totdat we het niveau bereiken van de Weimarrepubliek. Hoe droevig die Weimarrepubliek ten val kwam leert ons de geschiedenis.
Concluderend: met de opkomst van seculiere religiositeit vervingen allerhande belangengroepen de functie van de kerk. Dat veroorzaakte een enorme toename van (vaak moreel verwerpelijk) maatschappelijk hobbyisme. Zolang dit hobbyisme leeft, is er geen hoop voor economisch herstel. In essentie is economisch herstel alleen mogelijk door een terugkeer van een horizontale naar een verticale oriëntatie. De Bijbel is duidelijk, van Genesis tot Openbaring: Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen!
De auteur is zelfstandig financieel en vastgoedanalist.