„Kerk is meer dan bureaucratie”
„Dat we een domineeskerk zijn, wisten we. Maar dat we óók een vrijwilligerskerk zijn, kan niet genoeg onderstreept worden. Cijfers over het grote aantal vrijwilligers wijzen uit dat de kerk meer is dan een bureaucratie.” Dat zei drs. D. Muller, bestuurslid van de generale raad kerkopbouw, theologie en opleidingen (KTO) van de SoW-kerken, dinsdag tijdens de presentatie van een Kaski-onderzoek naar de kerkelijke vrijwilliger.
Het onderzoek laat zien dat er in de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in totaal 268.000 vrijwilligers actief zijn. Van een stagnerende instroom van vrijwilligers is geen sprake gezien de toestroom van de laatste twee jaar, zo stelde Kaski-onderzoeker drs. Gert de Jong. „Het probleem is nu veel meer dat de vrijwilligers worden overvraagd en dat de grenzen van het vrijwilligerswerk een probleem vormen.”
Muller bepleitte een inventarisatie van vrijwilligers per gemeente. Door middel van een kaartenbak, in te zien via internet, zou er inzicht moeten komen in het aantal vrijwilligers en hun deskundigheden. Ook landelijk gezien heeft dit voordelen, „omdat we dan niet zo veel dominees in besturen hoeven te stoppen”, aldus Muller.
Leeftijd
Uit het onderzoek blijkt dat de gemiddelde leeftijd van de vrijwilliger 52 is, waarbij de helft van hen een betaalde baan heeft. Twee van de vijf hebben een hoge opleiding genoten. De vrijwilligers zijn kerkelijk erg meelevend. Van hen gaat 78 procent wekelijks naar de kerk en slechts 9 procent doet dat eens per maand of minder. Vrijwilligers hebben de meeste sympathie voor de oecumenische stroming (49 procent) en 46 procent zegt zichzelf in het midden van de kerk te plaatsen. Eenvijfde van de vrijwilligers noemt zich confessioneel en eenvijfde heeft sympathie voor de evangelische richting.
De vrijwilligers zijn gemiddeld een kleine acht jaar bezig met hun taak. De meeste vrijwilligersinzet is er bij pastoraat en bezoekwerk. Mannen houden zich verder vooral bezig met financiën en beheer, vrouwen verzorgen vooral de kindernevendienst en de kinderoppas.
Kuitert en EO
Het Kaski-onderzoek trekt ook enkele conclusies uit het onderzoek dat de SoW-kerken in 1999 deden naar ”vindplaatsen” van geloof en levensbeschouwing. Het ging om de vraag waar mensen hun geloofsinspiratie vandaan haalden en welke bronnen en middelen ze daarbij gebruikten. De meest genoemde vindplaats is die van de kerkdienst in de eigen kerkelijke gemeente, gevolgd door lezing van de Bijbel, pastorale contacten en momenten van meditatie en stille tijd.
Bij de gelezen tijdschriften staat het Ouderlingenblad op nummer één, gevolgd door Kerkinformatie en het kerkblad van de eigen plaats of regio. Binnen de groep levensbeschouwelijke boeken scoren de boeken van Kuitert en Den Heyer het hoogst, gevolgd door Nico ter Lindens ”Het verhaal gaat”. Wat de rubriek poëzie betreft is er één dichter die met kop en schouders boven de anderen uitsteekt: Nel Benschop. „Zij weet voor heel veel mensen geloof en levensbeschouwelijke bouwstenen te bieden.”
Opvallend gegeven is verder dat ten aanzien van radio- en televisieprogramma’s de EO veruit de populairste omroep is, gevolgd door de NCRV, de KRO en de IKON. De EO wordt meer dan twee keer zo vaak genoemd als de NCRV, deze weer twee keer zo vaak als de KRO, en de laatste weer drie keer zo vaak als de IKON. „De IKON staat daarmee opvallend laag in de lijst.” De conclusie van de onderzoekers ten aanzien van dit laatste punt is dat daar waar het christelijke element er niet expliciet inzit, zoals bij de IKON, de kijkers en luisteraars het er ook niet uit kunnen halen.