Vooral het containerverkeer liet een sterke groei zien. Met een stijging van 13 procent - tot iets meer dan 4,7 miljoen TEU of containers van twintig voet - doet de haven van Antwerpen het „even goed als Hamburg, beter dan Le Havre en Zeebrugge en veel beter dan Rotterdam en Bremerhaven”.

De aan- en afvoer van containers in Rotterdam groeide met 7 procent, maar vergeleken met Antwerpen lag het aantal TEU met 6,1 miljoen stuks hoger. Er zat ruim 65 miljoen ton lading in, tegen ruim 52 miljoen ton in Antwerpen.

De Scheldestad zag de overslag van droog massagoed dalen met 4 procent tot 26 miljoen ton. Vooral die van ertsen (minus 26 procent) viel sterk terug „door een veranderd bevoorradingspatroon van de staalindustrië in Wallonnië ten voordele van Rotterdam”. Volgens een woordvoerster worden de ertsen richting Luik aangevoerd per binnenschip „en dat gaat gemakkelijker via Rotterdam”.

De aan- en afvoer van papier en houtcellulose daalde met 10 procent. Veranderde marktomstandigheden speelden een rol, maar de concurrentie van Vlissingen evenzeer. „Wij hebben te lang op onze lauweren gerust. Geprikkeld door gezonde concurrentie gaan we daar iets aan doen”, reageerde algemeen directeur Bruyninckx.

Hij blikte maandag hoopvol vooruit op het nieuwe jaar. De heropleving in Antwerpen is het afgelopen jaar niet zo uitgesproken geweest als in Rotterdam, „maar we hebben daarvoor minder verlies geleden”.

Een oorlog in Irak ziet de directeur echter niet zitten. Anders dan Rotterdam vreest Antwerpen niet zozeer het stokken van de aanvoer van ruwe olie. „Het gaat meer om het indirecte, nu niet te kwantificeren macro-economische effect. Daarnaast zijn we een gepriviligeerde partner van de Amerikaanse Oostkust”, aldus Bruyninckx.