Hendrikse: Classes willen gesprek over God op agenda kerk
Een kerkelijke procedure tegen de atheïstische predikant ds. K. Hendrikse biedt „geen perspectief.” Wel moet het „belijdende spreken over God” op de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) aan de orde komen.
Dat schrijven de classicale vergaderingen van Walcheren en Zierikzee in een brief inzake de publiciteit rond het boek ”Geloven in een God die niet bestaat” van ds. Hendrikse. De protestantse predikant van Middelburg en Zierikzee betoogt daarin dat God niet bestaat, maar dat mensen daarom nog wel op een bepaalde manier in Hem kunnen geloven.De classes zien weinig in een kerkelijke procedure, zo schrijven ze. De verwachting is dat die zal leiden tot een „langdurige discussie over woordbetekenissen waar uiteindelijk weinig klaarheid in zal worden bereikt.”
In de brief spreken de classes nadrukkelijk uit dat de Protestantse Kerk een belijdende kerk is. „Betrokken in Gods toewending tot de wereld, belijdt de kerk in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als enige bron en norm van de kerkelijke verkondiging en dienst, de drie-enige God, Vader, Zoon en heilige Geest. Hiermee is zowel de ruimte als de grens van ons protestants belijden aangegeven.”
De kerkvergaderingen schrijven verder dat de vraag naar de „ervaring van God en de vraag naar de aard van het bestaan van God van alle tijden is. Niet iedereen ervaart God op dezelfde wijze.” Evenmin spreken wij allen op dezelfde manier over God. De verschillen behoeven elkaar niet uit te sluiten, vinden ze. „Zij kunnen aanleiding zijn voor zowel het kerkelijk als het geloofsgesprek. In dat gesprek is er ruimte de eigen ervaring met en opvatting over God in te brengen. Onze ervaring van God is echter niet de laatste grond waarop wij staan. Wij leven niet alleen met onze ervaring, maar ook van Gods Woord en Geest. In de Bijbel spreekt God zowel vóór ons, maar soms ook tegen ons en tegen onze ervaring in. Daarom is het van belang steeds weer terug te keren naar de bron van ons geloof.”
De classes van Walcheren en Zierikzee vragen de generale synode van de Protestantse Kerk aandacht te besteden aan het „belijdende spreken over God.” Eerder dit jaar riep ds. Hendrikse de leiding van de Protestantse Kerk ertoe op het bestaan van God op de kerkelijke agenda te zetten. De landelijke kerk kan geen kerkordelijke maatregelen nemen tegen de predikant. Dat is aan de classis.
Ds. Hendrikse zei woensdagmorgen in een reactie dat de classes met hun besluit de goede kant op gaan. „De classes willen dat het gesprek over God op de kerkelijke agenda komt, en dat is positief. Ook is positief dat de kerk afziet van een procedure. Naarmate de kwestie langer duurde, zag het er overigens naar uit dat de kerk niet de juridische kant zou opgaan.”
Ds. J.-G. Heetderks, woordvoerder van de Protestantse Kerk in Nederland, zegt dat de kerk niet inhoudelijk wil reageren op de conceptbrief. „Wij wachten tot we hem officieel ontvangen hebben en zullen hem dan nauwkeurig bestuderen voor we met een reactie komen. Dat lijkt ons de goede volgorde. Als ik het goed begrepen heb, is de brief nog niets eens officieel vastgesteld door de betrokken classes, dus wij gaan niet voor de muziek uitlopen.”
Dat de classes uitspreken dat de PKN een belijdende kerk is, is volgens ds. Hendrikse een formulering om de achterban gerust te stellen. „Het gaat mij om het gesprek over God dat juist aan de randen van het belijden wordt gevoerd. Dat ligt voor de kerk nog te gevoelig.”
Ds. B. H. Weegink, algemeen secretaris van de Confessionele Vereniging in de PKN, betreurt het dat de classes niet tot een duidelijker stellingname hebben kunnen komen. „Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met de verhoudingen binnen de classes. Een gesprek in de landelijke kerk over dat wat de kerk belijdt over God en over de houding van de mens tegenover God is niet verkeerd. Maar het mag nooit zo zijn dat het bestaan van God lijkt af te hangen van wat een vergadering daarover bij meerderheid besluit. Dat is van de zotte.”
Volgens ds. Weegink stelt de Protestantse Kerk in „het eigen belijden het bestaan van God buiten twijfel. Dus daarover hoeft ook niet gediscussieerd te worden. Het is triest dat die belijdenis niet als grens wordt gezien waarvoor halt gehouden wordt.”
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond: „Het raakt me dat we in de lijdenstijd opnieuw aandacht moeten geven aan een boek dat het niet-bestaan van God als uitgangspunt heeft, zonder dat de auteur hiervoor theologische argumenten aanreikt.”
Niet alleen vanwege de inhoud, maar ook vanwege het „provocerende optreden” van ds. Hendrikse betreurt Vergunst het dat de classes niet tot een kerkelijke procedure overgaan. „In de kerk is er plaats voor twijfelaars en zoekers, maar een predikant voor wie de enige band met de kerk zijn loonstrookje is, krijgt van mij geen énkel respect. Het onderstrepen van de belijdenis van de drie-enige God in de brief aan de gemeenten, is voor mij te impliciet, omdat de Zierikzeese predikant de eer van de levende God aantast."
De Protestantse Kerk heeft aangegeven haar belijden serieus te willen nemen en daarom is het optreden van ds. Hendrikse voor Vergunst een aanleiding om bij de komende evaluatie van de kerkorde na te gaan of de kerk „in het weren van een predikant die koketteert met zijn atheïsme zichzelf niet meer instrumenten moet verschaffen.”