Cultuur & boeken

„Poëzie is als zwangerschap”

Geloof en seksualiteit zijn met elkaar verbonden als David en Jonathan. Die opmerkelijke boodschap spreekt uit de zojuist verschenen bundel ”Door het vlees stroomt het verlangen”, een nieuwe verzameling vertaalde gedichten van de Israëlische dichteres Chava Pinchas-Cohen. Erotiek schuilt in de mens, in religie en in het bakken van koekjes.

Jasper van den Bovenkamp en Jan van Velze
25 March 2009 07:32Gewijzigd op 14 November 2020 07:34

Chava Pinchas-Cohen is de eerste Israëlische dichteres van wie werk wordt vertaald in het Nederlands. De Nederlandse studente Hebreeuws Yael Moshe (26) zette zich aan de vertaling van 48 gedichten, verzameld door Yaniv Hagbi, docent Hebreeuwse literatuur aan de Universiteit van Amsterdam. De bundel ”Door het vlees stroomt het verlangen” werd onlangs uitgegeven bij uitgeverij Amphora. Pinchas-Cohen kwam persoonlijk naar Nederland om daarvan getuige te zijn.De dichteres werd in 1955 in Israël geboren en woont nu met haar vier dochters in Jeruzalem. Haar Bulgaarse ouders leefden jarenlang in de diaspora en ontvluchtten in 1946 het Europese vasteland. Ze vestigden zich twee jaar later in de zojuist uitgeroepen staat Israël. Chava was het eerste gezinslid dat in Israël ter wereld kwam. Haar ervaringen, Israël, Joodse tradities, erotiek en de Bijbel worden in haar oeuvre op inspirerende wijze met elkaar verbonden. Een selectie daarvan is terug te vinden in de nieuwe bundel met vertaalde gedichten.

Ongecensureerd

Opmerkelijk in Pinchas-Cohens werk is de combinatie van erotiek en religie. Volgens de dichteres is er in de Bijbel een intrinsieke relatie tussen seksualiteit en geloof - bekend is natuurlijk Salomo’s Hooglied. Maar volgens haar gaat de Bijbel nog veel verder. „Bijbel en Tenach zijn doordrongen van seksualiteit en beschrijven haar openlijk, als wezenlijk onderdeel van het leven.”

Als voorbeeld noemt ze het verhaal uit 2 Samuël 13 over de bloedschande van Amnon. „In het Hebreeuws wordt op sensuele wijze beschreven hoe Thamar, Amnons zus, de koekjes bakt. Vervolgens vermeldt de Bijbel het schokkende feit dat Amnon zijn eigen zus verkracht. Nee, dat wordt niet verzwegen. Dit contrast vind ik prachtig. Dit maakt de mens tot een mens.”

De dichteres duidt die openheid in het spreken over erotiek als een soort erfgoed van haar Hebreeuwse vaderen. „In de westerse christelijke samenleving is het niet gebruikelijk om open te praten over hoe erotiek zich verhoudt tot geloof. Dat wordt als heel profaan ervaren. Dat vind ik vreemd, zeker als je kijkt hoe ongecensureerd de Bijbel schrijft over die verhouding.”

Vertaling

Hoewel nogal wat dichters en literatoren moeite hebben met de vertaling van hun werk, beschouwt Pinchas-Cohen de nieuwe bundel vooral als een verrijking. De Hebreeuwse taal is rijk en ambivalent, aldus de dichteres. Is het wel mogelijk om die rijkheid en ambivalentie over te brengen in een andere taal? Geen probleem, vindt ze. „Taal heeft geen stabiele betekenis, maar fungeert altijd binnen een systeem. Door andere talen te onderzoeken, leer ik de grenzen van mijn eigen taal kennen.”

Toch ontstaan er soms problemen, erkent Pinchas-Cohen. In noordelijke klimaten bijvoorbeeld, zo schetst ze, heeft men een arsenaal aan verschillende benamingen voor sneeuw. In het Hebreeuws bestaan er slechts drie equivalenten. „Wij hebben woorden die in een andere taal niet bestaan en andersom. Taal heeft grenzen en is cultureel gebonden.”

Dat geldt volgens haar ook voor het godsbeeld dat mensen hebben. Dat dit beeld nauw samenhangt met taal, ondervond ze een tijdje geleden in het Poolse Krakow. „Het godsbeeld haddaar een heel vrouwelijke connotatie. In Duitsland is God een man. Het vertalen van de ene cultuur naar de andere levert daarom beperkingen op. De autobiografie van de in Krakow geboren schrijfster Eva Hoffman, ”Lost in translation” geeft een prachtig inzicht in die problematiek. Bepaalde structuren zijn niet meteen vatbaar voor vertaling. Het is een lang en ingewikkeld proces.”

Hebreeuws

Het is niet altijd gemakkelijk de stilistische waarde zoals die in het Hebreeuws van Chava Pinchas-Cohens poëzie besloten ligt, over te brengen naar het Nederlands, zegt ook vertaalster Yael Moshe. „Als alliteraties, metrum of rijm er in het Hebreeuws toe doen, zet ik die over naar het Nederlands. Maar het is onmogelijk de gevoelswaarde die de oorspronkelijk poëzie bezit een-op-een over te zetten.”

Neem bijvoorbeeld het Hebreeuwse woord ”emoena”, wat zoveel betekent als ”geloof”. In Pinchas-Cohens taal zijn geloof, kunst en moederschap nauw met elkaar verbonden. Alle drie beginnen ze met dezelfde klank en zijn ze afkomstig van dezelfde semitische stam: ”emoena” (geloof), ”omanoet” (kunst) en ”imahoet” (moederschap). In het Nederlands valt de associatie die een Jood bij geloof heeft, totaal weg.

De dichteres, die schrijft in modern Hebreeuws, bestrijdt dat ze bezig is met een kunstmatige taal. „Hebreeuws is een springlevende en rijke taal. Een groot aantal woorden kent in zijn oorsprong allerlei prachtige verbanden. Maar juist die rijkdom kan je vijand worden. Poëzie is immers heel precies, heel nauwgezet. Hoe meer woorden je hebt om te kiezen, hoe lastiger het is om precies te zeggen wat je bedoelt. Het gevaar bestaat dat je als dichter de ambivalentie van de taal te veel ruimte geeft en daardoor het publiek van je vervreemdt.”

Eenzaam

Dichten is een eenzaam proces, zegt Pinchas-Cohen. „Ik moet altijd weer opnieuw beginnen. Dat is soms erg moeilijk, want mensen verwachten op een gegeven moment iets van je. Af en toe spreken met mensen en het geven van interviews is goed voor mijn ego. Als ik terug ben in Israël, word ik weer omsloten door eenzaamheid en moet ik alles weer zelf doen.”

Poëzie is als zwangerschap, vindt de dichteres. „Het is niet: hoepla, daar is weer een kind. Nee, het is een mythische en erotische ontwikkeling. Een gedicht ontstaat ook niet van het ene op het andere moment.”

De dood van haar man, waarover ze liever niet praat, schudde haar geloofsleven flink op. Ook vragen rondom de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog kunnen haar soms tarten. Maar angst om van haar geloof te vallen, heeft ze niet. „Nee, daar ben ik niet bang voor. Weet je waarom niet? Omdat, mocht ik het kwijtraken, ik er wel een goede reden voor zal hebben.”

Pinchas-Cohen zegt God te ervaren als een belangrijke existentie in haar leven. Het Opperwezen is voor haar geen abstracte figuur, maar Iemand die in haar is. „Hij is een dagelijkse realiteit voor me. Ik voer dialogen met Hem. Soms zijn die afschuwelijk, soms vol vrede. Ik heb ook wel twijfels, natuurlijk. Ik vraag me soms ook af welke bedoelingen God heeft met sommige van Zijn soms onnavolgbare wegen. Dat Hij dat wel weet en ik niet, beschouw ik als Zijn huiveringwekkende humor.”

N.a.v. ”Door het vlees stroomt het verlangen”, door Chava Pinchas-Cohen; vert. Yael Moshe; ed. Yaniv Hagbi; uitg. Amphora Books, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 6446 057 9; 144 blz.; € 17,50.


Afzondering

Hoge mensen in gebedsmantels
als witte vogels
op de bergen van Jeruzalem.
Wat houdt zich schuil onder het kleed –
koningschap voor een uur,
misschien. En ik in ontheemde
gedachten, verlangde zo
blootsvoets tot inkeer te komen, te schuilen
onder het kleed van mijn Hogepriester
en in het Priesterlijk gebed, jouw handen
voor je uit. Ik wilde dat het gebed voortduurde
een dak boven het hoofd was en witte muren.
En heel de menigte voor ons uit
zal ook voor mij het zuiverende hoofd buigen
en misschien zal dan ieder geheim
geopenbaard zijn
gelijk het waarom
van de bergen rondom –
Jeruzalem

Chava Pinchas Cohen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer