„Code voor taalgebruik”
Een gedragscode voor taalgebruik zou welkom zijn, vindt het oudste Kamerlid, Willemse-van der Ploeg (CDA).
De politiek in? Dat nooit, dacht Ans Willemse-van der Ploeg (72) vroeger. Ze had het bij haar vader, die twintig jaar KVP-Kamerlid was, gezien: „Altijd maar die hectiek en drukte.”In 1993 en 1994 zat ze toch in de Kamer. En in 2006 werd ze opnieuw geïnstalleerd. In de tussentijd is er best wel wat veranderd, erkent het enthousiaste Kamerlid. „De werkdruk is eigenlijk alleen maar hoger geworden.”
In haar eerste termijn als volksvertegenwoordiger kreeg ze een paar brieven per maand, nu tientallen e-mails per dag. „En de mensen verwachten de volgende dag al antwoord.”
Tot begin jaren negentig kon je volgens haar wat meer met de hoofdlijnen bezig zijn. „De wet- en regelgeving is veel complexer geworden, zie bijvoorbeeld de bureaucratie in de zorg.”
Soms mist ze historisch besef bij collega’s. „Ach, ja, denk ik dan: dat hebben we vijftien jaar geleden ook al eens besproken.” Het heeft te maken met de relatief korte zittingsduur van politici, denkt ze.
De CDA’er is blij met het rapport ”Vertrouwen en zelfvertrouwen”. Eén ding mist ze wel. Het stelt geen grenzen aan het taalgebruik van Kamerleden.
„Jammer. Dat heeft toch alles met het gezag van de Kamer te maken. Als een kind op tv ziet dat een Kamerlid een minister knettergek noemt, zal het zich niet laten weerhouden om zijn moeder net zo uit te schelden.”
Een gedragscode voor het taalgebruik zou een uitkomst zijn. „Een Kamerlid mag emotioneel betrokken zijn, maar het moet wel netjes blijven.”