Toch topjaar voor Rotterdamse haven
In de Rotterdamse haven is het afgelopen jaar bijna 322 miljoen ton aan goederen overgeslagen. Dat is 2,3 procent meer dan in 2001, toen er ruim 314 miljoen ton werd overgeslagen.
De overslagcijfers van 2002 evenaren bijna het topjaar 2000, toen een half miljoen ton meer werd overgeslagen. Dat maakte het gemeentelijk havenbedrijf vrijdag tijdens de traditionele oudejaarsbijeenkomst van de Havenvereniging bekend.
Het havenbedrijf is blij verrast met de cijfers. „Vanaf medio dit jaar werden de economische prognoses somberder en de haven reflecteert de economie”, aldus directeur W. Scholten. Een stabilisering van de cijfers van 2001 leek het havenbedrijf dan ook logisch, maar de tweede helft van het jaar was onverwacht goed.
Ook de zo belangrijke containersector, die de laatste jaren slechter draaide dan Rotterdam omringende havens, trok aan. De aan- en afvoer steeg van 6,1 miljoen TEU (twintigvoetscontainers) naar 6,5 miljoen: een stijging van 7 procent. Er zat ruim 65 miljoen ton lading in.
Voor het komende jaar verwacht Scholten opnieuw een stijging. Daarmee komt de haven ongeveer uit op prognoses van tien jaar geleden, die uitgingen van 330 miljoen ton in 2003. „Of er moeten heel gekke dingen gebeuren, bijvoorbeeld in Irak.” Dat zou stijging van de prijs van ruwe olie betekenen, en dat heeft direct gevolgen voor Rotterdam.
De overslag van ruwe olie, al jaren de grootste goederenstroom in de Rotterdamse haven, daalde licht met 1,8 procent naar ruim 96 miljoen ton. Daar staat een flinke stijging van de aardolieproducten en petcokes tegenover; van 27,1 procent naar 35,5 miljoen ton.
Andere flinke stijgers waren de overslag van ertsen en schroot
(+7,1 procent) en de roll-on-roll-off-sector (+ 8,3 procent). De eerste zal de komende jaren zeker nog flink stijgen, aldus Scholten. Dat komt omdat de Duitse staalindustrie alle aanvoer gezamenlijk laat lopen via het in Rotterdam gevestigde EECV (Erts Overslagbedrijf Europoort). De ro/ro-sector profiteert van de hoge consumptie in Engeland.
Dalers in de aan- en afvoer in de Rotterdamse haven zijn de
agribulk (-19,4 procent naar 9,1 miljoen ton) en overig droog massagoed als mineralen, fosfaten en bouwmaterialen (-9,4 procent naar 9,5 miljoen ton). Procentueel een grote daler is de sector overig stukgoed (-11,2 naar 7,2 miljoen ton). Deze daling doet zich al jaren voor en komt doordat alles in containers wordt gestopt, inclusief bijvoorbeeld fruit.
In zijn toespraak tot de Havenvereniging wees de Rotterdamse havenwethouder W. van Sluis erop dat de toegevoegde waarde van het haven- en industriële complex van Rotterdam voor de regio bijna 8 miljard euro oplevert. Voor de gehele Nederlandse economie komt dat neer op 22 miljard. Het kan nog meer worden, aldus Van Sluis, wanneer tijdig investeringen in infrastructuur worden gedaan. In dat verband wees hij op de aanleg van de tweede Maasvlakte.
Volgens directeur Scholten van het Havenbedrijf zal Rotterdam de grootste oliehaven van Rusland worden. Op dit moment zijn gesprekken gaande met de Russische overheid en het bedrijfsleven.
Rusland heeft namelijk te weinig havens met voldoende diepgang die het hele jaar open zijn voor de afvoer van ruwe olie. Naar verwachting zal de olie dan ook met kleinere tankers naar Rotterdam worden gebracht, om van daar over de rest van de wereld te worden vervoerd in grotere schepen. Een deel van die tankers zal enkelwandig zijn.
Greenpeace voert na het recente ongeluk met de enkelwandige olietanker Prestige actie tegen deze schepen. In Rotterdam heeft de organisatie al één zo’n tanker bezet. „Als ze goed worden onderhouden, hoeft een enkelwandige tanker geen probleem te zijn. Een slecht onderhouden dubbelwandige tanker is gevaarlijker”, aldus Scholten. Het probleem met slecht onderhouden dubbelwandige tankers is dat er lading tussen de wanden kan komen te zitten. Die kan dan spontaan exploderen.
Scholten kan het weten, want voor hij bij het havenbedrijf directeur werd, was hij dat bij het bergingsbedrijf Smit. Mede vanuit die achtergrond pleit hij al jaren voor zogenoemde ”safe havens”. Het zijn speciaal ingerichte plaatsen langs de kusten waar schepen in nood met een gevaarlijke lading heengebracht kunnen worden, zodat ze onder beheersbare omstandigheden gelost kunnen worden.
„De Prestige had nooit naar diep water gesleept moeten worden. Ik kan je één ding verzekeren, die olie krijg je er daar niet meer uit”, zo zei Scholten. Hij hekelde de actie van Greenpeace in Rotterdam. „De organisatie had harder moeten protesteren toen Spanje besloot de Prestige naar diep water te laten slepen. Maar het is kennelijk gemakkelijker om hier aan enkelwandige tankers te gaan hangen.”