Noord-Korea: Inspecteurs moeten weg
Noord-Korea heeft vrijdagmiddag de uitwijzing van de twee VN-inspecteurs van het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA) aangekondigd. Deskundigen zijn het erover oneens hoe snel het communistische bewind in Pyongyang een atoombom zou kunnen maken.
De IAEA-inspecteurs zijn in Noord-Korea om toezicht te houden op de kernreactor in Yongbyon. Die was in 1994 buiten werking gesteld nadat Pyongyang een akkoord had gesloten met de Verenigde Staten. Noord-Korea zou afzien van zijn nucleaire ambities. In ruil daarvoor zou Washington helpen bij de bouw van kerncentrales voor vreedzame doeleinden en in de tussentijd energie leveren.
Noord-Korea beschuldigt de VS ervan het akkoord niet na te leven. Daarom wil het communistische bewind de kernreactor weer opstarten. De voorbereidingen zijn inmiddels op gang gebracht. De IAEA-bewakingscamera’s zijn weggehaald.
In Yongbyon kan plutonium voor atoombommen worden gemaakt. Deskundigen zijn het erover oneens hoe snel het totalitaire bewind in Pyongyang een atoombom zou kunnen maken als het dat zou willen. Volgens de Britse atoomgeleerde John Large zou Noord-Korea binnen dertig dagen na het opstarten van de reactor de beschikking kunnen hebben over een atoombom.
Volgens dr. Koen de Ceuster, universitair docent moderne Koreaanse geschiedenis aan de Universiteit Leiden, zou het „zeker nog maanden duren voordat ze zover zijn, als er al sprake is van een echte dreiging.” Volgens de Russische minister van Kernenergie, Aleksandr Roemiantsov, kan Noord-Korea helemaal geen kernwapens maken, omdat daarvoor een ontwikkelde industrie nodig is. De Noord-Koreaanse industrie stelt echter weinig voor.
Het IAEA wil in de eerste week van januari met een zeer kritisch rapport over de meest recente ontwikkelingen in Noord-Korea komen. Het agentschap wil zijn inspecteurs in Noord-Korea houden, zo maakte het vrijdag in Wenen bekend als reactie op het Noord-Koreaanse besluit. Ook Zuid-Korea heeft de noorderburen opgeroepen terug te komen op het omstreden besluit.
Noord-Korea beschuldigde Washington er vrijdag van uit te zijn op een oorlog. De Amerikaanse regering weigert met Noord-Korea te praten. Een Witte-Huiswoordvoerster herhaalde vrijdag nog eens dat Washington niet onderhandelt onder druk van „dreigementen of niet-nagekomen verplichtingen.” President Bush had Noord-Korea eerder genoemd als onderdeel van wat een „as van het kwaad” zou zijn.
Noord-Korea wil een niet-aanvalsverdrag afsluiten met de VS, maar de Amerikaanse minister van Defensie, Rumsfeld, zei eerder deze week dat de VS twee oorlogen tegelijk kunnen uitvechten en winnen. Het is een fout als de regering in Pyongyang denkt dat Washington is afgeleid door het conflict met Irak, aldus Rumsfeld.