Kerk & religie

Uit de kerkelijke pers

Telkens opnieuw worden we bij de jaarwisseling stilgezet bij de ernst van het leven. „Het zal”, luidt het in de meditatie in het ”Kerkblad Gereformeerde Gemeenten in Nederland” (buiten verband), „voor ieder weldenkend mens een ogenblik zijn, dat hij dit erkennen moet.” Vuurwerk. L. M. P. Scholten wijdt er een ”Terzijde” aan in ”De Wachter Sions”. ”’s Werelds ouderdom, de snoodste tijd”, zo luidt het kopje boven de meditatie in Mbuma, het maandblad van de Mbuma-zending.

27 December 2002 19:28Gewijzigd op 14 November 2020 00:01

Kerkblad
Telkens opnieuw worden we bij de jaarwisseling stilgezet bij de ernst van het leven. „Het zal”, luidt het in de meditatie in het ”Kerkblad Gereformeerde Gemeenten in Nederland” (buiten verband), „voor ieder weldenkend mens een ogenblik zijn, dat hij dit erkennen moet.”

„Het jaar 2002 ligt achter ons. Veel is aan ons in ons leven voorbijgegaan. Dagen van blijdschap en droefheid hebben zich afgewisseld. Er is een tijd, zegt de prediker Salomo. Dat was ook in 2002. Een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven. Een tijd om te planten en een tijd om het geplante uit te rukken. Een tijd om te wenen en een tijd om te lachen, enzovoorts (Prediker 3). Geliefde panden moesten worden heengedragen naar de groeve der vertering. (…) Alles verandert, ook rondom ons! Zowel in het wereldgebeuren als in ons maatschappelijk, burgerlijk, kerkelijk, huiselijk en persoonlijk leven. Maar wat we in ons persoonlijk leven nodig hebben, is niet verandering, doch vernieuwing! We moeten wederom geboren worden! We moeten niet anders, doch eens Anderen worden, namelijk van Christus. We zijn van onszelf diepgevallen Adamskinderen. We zijn in alles van de Heere afgevallen en de duivel toegevallen en zo zijn eigendom geworden, moed-, vrij- en eigenwillig. Hebben we dat zielsbevindelijk mogen leren kennen? We reizen naar de rechterstoel van Hem, Die is de Rechter van hemel en aarde. Reizen we nog voor eigen rekening, hoe zullen we dan de Heere kunnen ontmoeten, die buiten Christus is een verterend vuur en een eeuwige gloed, bij Wie niemand wonen kan, hoe vroom of goddeloos de mens ook zij? Hebben we onze levenstijd reeds in dit licht mogen zien? We vliegen daarheen! Ook dit jaar is aan ons voorbijgesneld. Moge het uitdrijven naar de troon der genade en dat we de tijd van ons leven mogen leren uitkopen, dewijl de dagen boos zijn. De roepstemmen waren ook in 2002 vele.

Voor Gods volk mag troost liggen in de woorden door Maleachi uitgesproken. Hoe alles ook verandert, de Heere verandert niet. Niet in Zijn Wezen, maar ook niet in Zijn liefde en trouw en dat voor een trouweloos volk in zichzelf.”

De Wachter Sions
Vuurwerk. De ramp in Enschede lijkt alweer vergeten. Vorig jaar werd met Oud en Nieuw voor 40 miljoen euro verknald. L. M. P. Scholten wijdt er een ”Terzijde” aan in ”De Wachter Sions”, het weekblad van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

„Vorig jaar werd met Oud en Nieuw voor 40 miljoen euro de lucht in geknald. De vuurwerkramp in Enschede lijkt alweer vergeten. Wat hadden met dat geld veel mensen geholpen kunnen worden. Daar waren enkele ziekenhuizen in Afrika van te bekostigen geweest. In de vorige oudejaarsnacht registreerde de politie 960 ongelukken met vuurwerk. De meeste gewonden waren jongens van 13 tot 16 jaar. In andere situaties gelden soms lachwekkende veiligheidsvoorschriften. Als het om vuurwerk gaat, mag er veel.

De bedrijfsvoering van vele hardwerkende mensen staat onder druk van steeds zwaardere milieueisen. We erkennen daartoe ook een zekere noodzaak. Maar het ijveren voor een schoon milieu verliest zijn geloofwaardigheid, wanneer er nooit gerept wordt over de tonnen zwavel en zware metaaldeeltjes die met Oud en Nieuw in de lucht komen. Voor de volksgezondheid is het natuurlijk ook niet goed. En waarom horen we nooit iets over de geweldige kwelling die de jaarwisseling betekent voor de dieren? Ieder die een huisdier heeft, kan toch zelf waarnemen hoe benauwd ze het krijgen van angst voor al die onbegrepen knallen en lichtflitsen? Denkt men er wel eens over wat het is voor de vogels?

Gigantische geldverspilling, risico op ongelukken, aantasting van het milieu, gevaar voor de volksgezondheid, dierenmishandeling. Maar wie doet er nu eens wat tegen dit onzinnige, kinderachtige volksvermaak?

Het doet daarbij pijn, steevast in de eerste krant van het nieuwe jaar namen te lezen van ’zware plaatsen’, SGP-bolwerken zogezegd, waar in de oudejaarsnacht nog de grootste heibel was, waar soms bij voorbaat al ME-contingenten naartoe gestuurd worden om de verwachte herrie de baas te blijven. Denkt men dat de wereld dat niet in de gaten heeft? Zijn die jongens dan ’s avonds niet naar de kerk geweest? Of zaten ze daar met het vuurwerk al in de broekzak? Of vindt vader het eigenlijk niet zo erg? Alsof het om onschuldig Dik-Tromvermaak zou gaan!

Intussen hebben we ons voornaamste bezwaar nog niet genoemd. Wat we hierboven beschreven, zijn maar de bijverschijnselen. Die leveren al genoeg argumenten voor afschaffing. Belangrijker is nog, dat het gedoe zelf letterlijk ’uit den boze’ moet worden genoemd. Het stamt uit het oude heidendom.

(…)

Maar hier past geen vergelijk. Het is God of Baäl, Christus of Belial. Het is niet mogelijk, eerst naar de kerk te gaan en zich enkele uren later te buiten te gaan aan heidens kabaal en vreugdevuren afsteken. Niemand zegge: Maar ik doe het niet omdat ik in dat bijgeloof geloof, maar gewoon omdat het zo leuk is. Zou die verontschuldiging op de Karmel gebaat hebben? De duivel weet wel waar hij ons en onze kinderen hebben wil, om de indrukken van graf, dood en eeuwigheid zo gauw mogelijk van ons af te schudden.

Mocht de jaarwisseling ons eens vervullen met heilige vreze en diep ontzag voor Gods hoge majesteit, maar ook met indrukken wat het inhoudt, dat we ondanks onze afmakingen nog zijn in het kostelijke heden. Gewis, dan wordt het beleving, aan het einde des jaars, als ware het aan het einde van ons leven: Verzoen de zware schuld, die ons met schrik vervult; bewijs ons eens genade.”

Mbuma
”’s Werelds ouderdom, de snoodste tijd”, zo luidt het kopje boven de meditatie in Mbuma, het maandblad van de Mbuma-zending. De overdenking is afkomstig uit ”Zielroerende bedenkingen” van de hand van Joh. Visscherus.

„Nu de wereld in haar ouderdom begint te suffen, wordt ze tegelijk gemelijk en moeilijk. Ze kan de gezonde leer niet verdragen, maar vliegt haar bestraffers in het aangezicht, 2 Timotheus 4:3. Als de mens oud wordt, beginnen zijn zintuigen, het gezicht, het gehoor en het gevoel, te feilen, maar de wereld is in haar hoogste ouderdom haar geestelijke zinnen meestal kwijt. Ze is zo blind dat ze nauwelijks onderscheid kan maken tussen licht en duisternis, tussen waarheid of dwaling. Ze is zo doof dat ze met de adder niet hoort naar de stem van de bezweerder, Psalm 58:5,6. Ze is zo ongevoelig, alsof ze doodsstuipen heeft, en ze is zo smakeloos, dat ze niet kan beproeven de dingen die des Geestes Gods zijn.

Och, of wij zo wijs en gelukkig waren en zo wandelden, dat de laatste en gevaarlijkste tijden, door ons in de beste en heerlijkste tijden omgekeerd werden. Nu de tijd boos is, is het tijd om goed te zijn. De heilige Jakobus brandmerkt zulke wereldlingen, die in de laatste dagen schatten vergaderen, Jakobus 5:3. Een huis dat dreigt in te storten, zal men niet gemakkelijk oppronken of versieren.

Wat heeft een kind van God met de wereld en haar boze tijden te doen? Kunnen wij de tijden niet beter maken, laten zij ons ook niet erger maken. Op modderige wegen maakt men gemakkelijk zijn kleding vuil. Ziet toe, dat uw bruiloftskleed niet wordt bevlekt en dat u onder alle honden en zwijnen van deze wereld rein blijft. Gedenk, christenziel, dat de wereld die oud is, op sterven ligt en dat haar tijd zeer kort is. Draag dan en verdraag, want het zal niet lang duren. Het einde van de tijd is nabij en met het einde van de tijd het einde van alle ellenden. Wees lankmoedig, versterk uw hart en zucht niet tegen elkaar, want de toekomst des Heeren genaakt en de Rechter staat voor de deur, Jakobus 5:8,9. Een dappere generaal bewaart de stad voor zijn prins. En hoewel ze nauw omsingeld is, is hij van haar ontzet verzekerd. Niemand geve dan zichzelf over aan zijn vijand om door onlijdzaamheid de waarheid te verraden, want de Heere is nabij. Wie zijn huis voor het laatste jaar bewoont, zal er niet veel aan verbouwen of er omheen beplanten. Het is een dwaas, die een kostelijk paleis wil zetten op drijfzand of op iets wat aan gedurige aardbevingen onderworpen is. Arbeid om eeuwige woningen en om die stad, die onvergankelijke fundamenten heeft. Wees en blijf goed onder de kwaden. Want de tijd is nabij, dat er geen kwaad of kwaden meer zullen zijn, dat de wereld met vuur verbrand zal worden en u van alle boos volk zult verlost zijn, om in de hemel met de volmaakt goeden eeuwig God te verheerlijken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer