Het Algerijnse leger had in deze provincie het lichaam gevonden van een al-Qaidastrijder die aan de buidelpest was gestorven, zoals later medisch onderzoek uitwees. Het Algerijnse leger vond vervolgens in een nabijgelegen al-Qaidakamp de lichamen van nog eens veertig strijders, allemaal geïnfecteerd met en overleden aan de pest. Algerijnse kranten suggereerden dat een aantal inwoners van dorpen in de omgeving van het kamp eveneens aan de ziekte was bezweken.Het kamp zou door al-Qaida gesloten zijn en Abdulmalik Drudkal, de commandant van het kamp, was met zijn ongeveer duizend strijders op de vlucht geslagen voor de ziekte. Het aantal duizend is gebaseerd op Drudkals eigen verklaringen, als zou hij leidinggeven aan duizend „heilige strijders.” Zij zouden zich verspreid hebben over Algerije en Marokko, maar het kan niet worden uitgesloten dat een aantal van hen naar Europa is uitgeweken.

Er volgde vervolgens een totaal stilzwijgen van de zijde van de Algerijnse regering, die ieder commentaar weigerde. Opvallend genoeg gaf de Noord-Afrikaanse tak van al-Qaida, Aqim, zelf op 21 januari een persverklaring uit, waarin het gebeuren volledig werd ontkend. De verklaring stelde dat „bepaalde hypocrieten slechts hun meesters citeerden binnen de Algerijnse veiligheidsdiensten.” Maar deze zwegen in alle talen en waren niet de bron van de berichten. Vreemd was bovendien dat rond dezelfde tijd zestig al-Qaidastrijders in de provincie Tizi Ouzou zich vrijwillig overgaven aan de Algerijnse autoriteiten, wat vragen opriep omtrent de reden hiervan.

De Washington Post bevestigde, zich baserende op bronnen binnen de geheime dienst, dat al-Qaida begin januari een kamp had gesloten in Tizi Ouzou, nadat experimenten met „onconventionele wapens” dodelijk waren afgelopen. De inlichtingendiensten hadden in de eerste week van januari een bericht onderschept tussen de leiding van al-Qaida in Algerije en Afghanistan, waarin werd gesproken over het sluiten van een kamp om het lekken van chemische en biologische vloeistoffen te voorkomen.

Westerse antiterrorisme-experts zijn ervan overtuigd dat al-Qaida al jaren experimenteert met chemische wapens. In 2002 werd in Frankrijk Menad Benchalalli gearresteerd, die door zijn vrienden ”de chemicus” werd genoemd. Hij dankte die naam aan zijn kennis van giftige chemicaliën, die hij had opgedaan in al-Qaidakampen in Afghanistan. Na zijn terugkomst in Frankrijk zette hij in zijn ouderlijk huis in Lyon een laboratorium op waar het giftige ricine werd geproduceerd.

In januari 2003 werden in Manchester en Londen minstens zeven Algerijnen gearresteerd, in wier huizen hetzelfde gif werd aangetroffen. Later dat jaar volgden zestien arrestaties in Spanje. De arrestanten waren afkomstig uit Noord-Afrika en tijdens huiszoekingen werden ook hier giftige chemicaliën gevonden.

De interesse van al-Qaida voor biologische en chemische wapens is goed gedocumenteerd. De Amerikaanse troepen hebben na 2001 een onbekend aantal laboratoria gesloten in Afghanistan, waarbij ook complete handboeken werden gevonden. Selecte groepjes studenten leerden hier het bereiden en gebruiken van giftige chemicaliën. Franse antiterreur-experts denken dat Benchelalli slechts een van de honderden was die deze kennis opdeden in Afghanistan en vervolgens terugkeerden naar Europa.

Naar aanleiding van de mysterieuze sterfgevallen in de provincie Tizi Ouzou in Algerije, concentreert de discussie zich op de vraag naar de oorzaak van de pestuitbraak. Er zijn feitelijk twee opties. De ziekte kan, zoals sommige media suggereren, zijn uitgebroken als gevolg van de slechte hygiënische omstandigheden in het kamp. Deze verklaring is niet geheel bevredigend. In veel derdewereldsteden zijn de leefomstandigheden nog veel slechter, zonder dat dit leidt tot de uitbraak van de pest.

De tweede verklaring is griezeliger en zou verwijzen naar het experimenteren met chemische en biologische wapens door al-Qaida. Binnen dit scenario zijn er weer twee mogelijkheden: of er is iets fout gegaan tijdens het experiment en er is iets naar buiten gelekt”, of er is bewust met en op mensen geëxperimenteerd.

Alexander Ritzmann, verbonden aan de European Foundation for Democracy in Brussel, concludeert naar aanleiding van de vermoedelijke pestuitbraak in Algerije: „Ongeacht voor welke verklaring men ook kiest om de uitbraak uit te leggen, hij kan serieuze gevolgen hebben, omdat enkele tientallen door Europa rondtrekkende terroristen een niet in te schatten risico vormen. Ze kunnen zelf geïnfecteerd zijn, of de bacteriën die de pest veroorzaken met zich meedragen, met als doel zo veel mogelijk mensen te infecteren. Het kan leiden tot angst onder de Europese bevolking, en dat is precies wat al-Qaida beoogt.”