Oudere werknemer is de dupe
Vooral oudere werknemers zijn financieel de dupe van de problemen waarin pensioenfondsen terechtgekomen zijn door de financiële crisis.
Het totale verlies voor werknemers die nu rond de 55 jaar zijn, kan oplopen tot ongeveer 30.000 euro van hun opgebouwde pensioen door maatregelen die fondsen moeten nemen om hun buffers op orde te krijgen.Dat blijkt uit een vrijdag gepubliceerd artikel van medewerkers van het Centraal Planbureau (CPB) in het economenblad ESB. De pensioenfondsen hebben hun buffers sterk zien verzwakken door de flinke koersdalingen op effectenbeurzen. Ook lagere rentestanden hebben een gat geslagen in de mate waarin de fondsen aan hun pensioen-verplichtingen kunnen voldoen.
Ongeveer de helft van de fondsen, die samen goed zijn voor 75 tot 80 procent van de deelnemers, heeft nu minder geldreserves dan toezichthouders voorschrijven. Om de buffers op orde te brengen worden pensioenen mogelijk lange tijd niet geïndexeerd. Daardoor houden ze geen gelijke tred meer met de inflatie. Ook dreigen pijnlijke maatregelen, zoals premieverhogingen voor werkenden en uitkeringsverlagingen voor gepensioneerden.
De groep rond 55 jaar heeft al relatief veel pensioenrechten opgebouwd. Daarom hakt het er bij hen het hardste in als de pensioenen de komende jaren niet worden geïndexeerd. Daarbij betalen ze als werknemer ook nog mee aan de hogere pensioenpremies.
De verliezen nemen af naarmate mensen jonger of ouder zijn. Jongeren hebben er weliswaar last van dat hun opgebouwde pensioen niet wordt gecorrigeerd voor prijs- en loonstijgingen, maar zij hebben nog relatief veel jaren om dat goed te maken.
Mensen geboren in 1946 betalen de hoogste prijs. Hun verlies kan tot 2500 euro oplopen. Volgens de CPB-medewerkers staan pensioenfondsen „voor schier onmogelijke keuzes”, omdat alle ingrepen pijnlijk zijn. Volgens hen is het oprekken van de hersteltermijnen „meer dan welkom” om de pijn meer te verdelen over generaties.